Op het terrein van
Hennemeeuwis werd dit weekend het Limburgs Kampioenschap Handboogschieten betwist. Na de 3-pijlschieting van zaterdag, waarbij schutters telkens drie pijlen binnen 120 seconden moesten afvuren, stond zondag de meer toegankelijke
1-pijlschieting op het programma. Daarbij krijgt elke schutter
40 seconden om zijn pijl af te schieten — het startsignaal wordt letterlijk gegeven met een groen licht, dat even later weer op rood springt.
Deze discipline trekt doorgaans meer deelnemers aan, omdat het fysiek iets minder belastend is dan de wedstrijd van zaterdag. Toch blijft ook hier precisie, concentratie en techniek van groot belang.
De wedstrijdcommissaris hield niet alleen het verloop in de gaten, maar zag er ook streng op toe dat niemand de rode veiligheidslijn overschreed — zeker geen toeschouwers. Want met snelheden tot 200 km/u zijn de pijlen geen speelgoed: wie mist, ziet zijn pijl al gauw verdwijnen in het gras of de ondergrond.
En dat levert achteraf wel wat zoekwerk op. “Bij het opruimen van het terrein gaan we sowieso nog eens met een metaaldetector over de wei,” lacht OSN-voorzitter Annita Vos. “Je weet nooit waar een verdwaalde pijl zich verstopt heeft.”
Meer foto's