Neerpelt
Prins Filip is in Australië, en wie daar momenteel ook is - er is geen verband - is
Manu Alders. Hij mailt: "Ik ben weer eens op tournee in een ver land voor mijn werk. Deze keer is het Australië. Een land zo groot dat het zelfs een continent genoemd wordt, hoewel men mij in de basisschool van Boseind heeft proberen wijs te maken dat het continent in kwestie Oceanië heet. Maar ja, daar zeiden ze mij ook dat de verloren zoon uit het Oude Testament aardappelschillen moest eten terwijl die pas meer dan 1500 jaar later in Europa terecht kwamen. Anyway.
Tijdens onze reis komen we in een aantal prachtige locaties en streken zoals Melbourne (zoals Sydney, maar dan wat kleiner), het eiland Tasmanië (de wildernis) dat er beneden wat aan lijkt te bengelen, Sydney (zoals Melbourne, maar dan groter), the Red Center (van Ayers Rock naar Alice Springs) en Queensland met het Great Barrier Reef (2000 km niks anders dan koraal). Elke streek is zoals een ander land: andere gewoonten en andere gebruiken, maar toch spreekt iedereen dat geweldige nasaal klinkende Aussie-taaltje en hebben ze praktisch geen enkel dialect over een afstand van meer dan 3.500 km. Met uitdrukkingen als “G’day mate” en “No worries mate” geraak je zonder problemen van noord naar zuid.
Ik ben meestal op stap met groepjes van 10 tot maximum 20 man en indien het wat meezit geraken we zonder incidenten op onze eindbestemming. We proberen het een beetje anders dan anders te doen en daardoor ligt de aandacht dan ook vooral op de natuur. Er wordt flink wat gewandeld en dan komt zelfs mijn scoutservaring wat bovendrijven want er is geen lokale gids mee om de klanten te wijzen op de occasionele wombat, de waratah of de Tasmaanse Duivel. Als we de Aboriginals bezoeken, gebeurt het wel eens dat we een tolk bij hebben. Gelukkig maar want als die mannen beginnen over hun mythologische slang en de waterput, lijkt het erop alsof ze heel de opiumvoorraad van Afghanistan hebben opgepaft.
De afgelopen weken waren er ook heel wat evenementen te vieren waaronder de Melbourne Cup. Een paardenkoers die zowat heel het land doet stilstaan en in wezen maar drie minuten duurt. Een keer de koers gedaan gaat iedere Aussie naar de pub om zijn winst op te drinken of om zijn verlies weg te zuipen. Aangezien ze proberen om de Belgen na te doen wat betreft bierconsumptie liggen ze tegen zeven uur allemaal teut op de stoep en kun je ze in Alice Springs bij bosjes op de grond zien liggen. Een heel stuk soberder is dan weer Remembrance Day, onze 11de november zeg maar. Dan herdenken ze hun gesneuvelden en dat zijn er heel wat. Iedereen die onze vaderlandse geschiedenis wat kent, weet dat we tussen 1914 en 1918 voor een periode van 4 jaar natte voeten gehad hebben aan de IJzer. Gelukkig hebben we daarbij wat hulp gehad van de “Diggers” die het ook niet zo zeer op Den Pruis begrepen hadden. Vooral de streek rond Ieper is in menig geheugen gegrift.
Verder is het hier allemaal groots, geweldig en belachelijk duur (een pint kost hier 3 tot 4 keer meer dan in het Vlamsch Hoews). Ik heb de afgelopen twee dagen meer dan 600 km afgelegd met de Greyhound-bus en heb alleen maar suikerrietvelden gezien. Als hier boer Schildermans moet komen ploegen…