Overpelt

Het schepencollege heeft vandaag een negatief advies uitgebracht voor wat betreft de nieuwe milieuvergunningsaanvraag van composteringsbedrijf Renovius. Reden is dat het bedrijf niet kan aantonen dat het voldoet aan de bijzondere voorwaarden die eerst door de bestendige deputatie (2013) en vervolgens door de bevoegde minister (2014) zijn opgelegd, zegt het college.
Deze voorwaarden kwamen er na veelvuldige klachten over geurhinder. Maar het afgelopen jaar ontving de gemeente opnieuw 34 klachten over geurhinder. En ook uit verscheidene geurstudies blijkt dat de hinder in de ruimte omgeving nog steeds onaanvaardbaar is, zegt burgemeester Jaak Fransen.
Het dossier is niet nieuw. In november 2010 formuleerde de gemeente al een negatief advies op basis van de vele klachten en later volgden er dus bijzondere voorwaarden die opgelegd werden door de hogere overheid. Maar blijkbaar slaagt het bedrijf er niet in om de nodige maatregelen te treffen die de hinder naar de omgeving toe tot een aanvaardbaar niveau beperken. De nieuwe milieuvergunningsaanvraag houdt bovendien een belangrijke verandering in van de activiteiten rond opslag van afval op de site. Limburg.net wil er immers het proefproject ‘Optimo’ opstarten. Daarbij zou geselecteerd afval in zakken met verschillende kleuren door één vrachtwagen opgehaald worden. Die zakken zouden vervolgens op de site van Renovius weer uit elkaar gehaald worden en gesorteerd per fractie, om tot slot te vertrekken voor verwerking elders. Deze opslag en sortering van afval zal ongetwijfeld geur met zich meebrengen. Over praktische problemen zoals de plaats van opslag en sortering – binnen of buiten – of de organisatie van het transport wordt in het ‘Optimo’-dossier echter niet gesproken.
Burgemeester Jaak Fransen: “Bovenop de bestaande geurhinder als gevolg van de groencompostering, waarvoor geen afdoende maatregelen genomen werden tot nu toe, komt de onduidelijkheid omtrent de gevolgen van transport, opslag en sortering van extra afval. Met dit voor ogen zag het schepencollege zich genoodzaakt om een negatief advies te formuleren.”