Neerpelt
In de jongste uitgave van "Het Liller Heem", het kwartaalblad* van de Liller Heemkundige Kring, staat een interessant artikel over de "gemene heide", gronden die destijds eigenlijk door iedereen gebruikt werden. Zo had SHLille bij de onafhankelijkheid van België 679 ha heidegronden, meer dan de helft van de oppervlakte van de gemeente. "De gemene heide- en broekgronden waren open terreinen en dit in tegenstelling tot de omheinde en door houtkanten besloten akker- en hooilanden", schrijft Harie Geerits. In eerste instantie was de gemene heide het weidegebied voor het vee, maar men haalde er ook brandhout, er werd turf gestoken en leem uitgegraven, er werden biezen en riet verzameld voor de bouw,... Pas na de aanleg van het kanaal in 1846 konden die gronden geïrrigeerd en gecultiveerd worden. Daardoor veranderde het hele landschap.
Op het grondgebied van SHLille heeft de gemeente Neerpelt nu nog ongeveer 6ha grond in Onverdeelde Heide, thans ingenomen door de Bosuil en KSA-lokalen. De Kolische Heide vormt samen met de Molenheide (Rooie Pier richting Kaulille) nog het grootste intacte gebied van ongeveer 11 ha. Van de Rieterheide (nog 300m² wegenis) en de heide bij de Geuskens is zo goed als niets meer in gemeentehanden.
*Het Liller Heem, p/a vzw Heemkundige Kring, Dorp 30, Sint-Huibrechts-Lille, 12 euro voor een jaarabonnement.