Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele heeft
de Lindelse Heide voorlopig beschermd omwille van de klaarblijkelijke aanwezigheid van zg.
Celtic Fields. Dergelijke
Keltische velden werden eerder ook al - via lasergestuurde luchtfoto's - ontdekt in het
Kolisbos.
Dat gebied is nu beschermd, maar wie er naar de Celtic Fields op zoek
gaat zal lang zoeken - men weet blijkbaar niet goed hoe men die
"gebiedjes" van 40mx40m moet aanduiden - ze zijn niet meer zichtbaar omdat er eeuwen overheen zijn gegaan.
Celtic Fields is de verzamelnaam voor een
akkerbouwsysteem uit ca. 800 voor Christus - de ijzertijd. Het zijn
raatakkers
- kleine, min of meer vierkante of rechthoekige aaneensluitende
akkers zoals die vanaf de late bronstijd tot soms nog in de Romeinse
tijd als landbouwsysteem werden gebruikt voor het verbouwen van
primitieve graansoorten als emmertarwe en spelt. Elk akkertje was
omringd door een vrij brede aarden wal. Het hoogteverschil
tussen de wallen en de velden zelf varieert van 20 tot 40 cm.
"Het gebied ligt op een drietal kilometer ten zuidwesten van de
dorpskern van Overpelt, ten westen van het Lindel, aan de zuidoost en de
noordwestkant van de Gortenbuitenloop," zegt het
Agentschap Onroerend Erfgoed. "Ongeveer een kilometer naar het
noordoosten, ten noordoosten van de Holvense beek, bevindt zich het
Celtic Field-complex van het
Holven.
Het Digitaal Hoogtemodel - dat gebruikt werd voor de foto's - toont
binnen het Celtic Field-complex in het algemeen vrij goed ontwikkelde en
duidelijk af te bakenen Celtic Field-wallen, vooral in het westen van
het gebied. Deze wallen zijn ook ter plaatse vrij goed zichtbaar in de
topografie. Met uitzondering van de verharde en onverharde paden, die
een rechthoekig patroon in het bos vormen, zijn er bovendien weinig
verstoringen zichtbaar. Zo is er, in tegenstelling tot vele andere
bosgebieden, geen intens patroon van rabatten.
"Het gebied is sinds lang bekend
als een
archeologisch rijke zone. De historiek van de opgravingen
gaat ter plekke terug tot het einde van de 19de eeuw. In de tweede
helft van de 20ste eeuw viel de regio echter ten prooi aan fervente
grafplunderaars. Toch vonden er ook verschillende wetenschappelijke
opgravingen plaats. Naar aanleiding van een herbebossing in de jaren '80
van de vorige eeuw werd er hier een urnenveld uit de late
bronstijd/vroege ijzertijd opgegraven. In hetzelfde gebied, iets naar
het zuiden, situeerde zich ook een Romeinse nederzetting, die evenwel
aan schatgravers ten prooi gevallen is. Ten noorden van de
Gortenbuitenloop werd in 1957 een Gallo-Romeins grafveldje opgegraven,
net ten zuiden van de spoorweg Antwerpen-Mönchengladbach. Dit
grafveldje bevond zich in de onmiddellijke omgeving van een Romeinse
nederzetting. Ten noorden hiervan was er een belangrijk grafveld uit de
ijzertijd, met ten minste 100 graven, aan de Kruiskiezel in Overpelt.
Het grafveld werd bij het ontginnen van de heide in de jaren 1957-'60
vrijwel volledig leeggeplunderd door tientallen grafplunderaars. Het
groeide uit tot wellicht het meest schrijnende geval van schatgraverij
dat België ooit gekend heeft..."
(Met dank aan het Agentschap Onroerend erfgoed) Op de foto hieronder: de
raatakkertjes zoals ze door het digitale lasersysteem van het Agentschap werden gefotografeerd, door de dennen heen.