Overpelt
Nog altijd niet naar
het Radiomuseum van Jo Ruffini op het Lindel geweest? Daar is nochtans veel te zien, hoor. In deze rubriek geeft Jo elke week uitleg over apparaten of toepassingen die in zijn museum te vinden zijn. Deze week heeft hij het over de geluidsdragers.
"Als we geluid maken of praten dan ontstaan er geluidsgolven. Al heel lang wilde men de menselijke stem vastleggen. Het was Leon Scott die er met het hierboven afgebeelde apparaat als eerste in slaagde, de geproduceerde geluidsgolven van de menselijke stem mechanisch vast te leggen in 1857. Dat gebeurde op een cylinder E die met roet bedekt was. Hij kon hiermee alleen geluidsgolven registreren, nog niet het geluid weergeven. In 2004 zijn wetenschappers erin geslaagd om wat Scott op de met roet beklede cylinder gedurende 11 seconden had opgenomen, hoorbaar te maken. Het gelukte Edison in 1877 om een apparaat te construeren waarmee hij de menselijke stem (geluidsgolven) mechanisch kon opnemen maar ook kon weergeven. Deze
fonograaf werd ook wel
spreekmachine genoemd. Als eerste nam hij het wereldbekende versje op “ Mary had a little lamb”.
Nadien ontstond er een hele nieuwe industrie met het vervaardigen van spreekmachines. Eerst voor het vastleggen van spraak - de dictafoon - en later ook voor muziek. Zo had iedereen wel zijn eigen schrijfwijze ontwikkeld. In de beginperiode gebruikten Edison en Pathé het
transversaal (berg en dal-diepte) schrift. Het geluid werd dan op wasrollen opgenomen. Emile Berliner kon in 1887 het geluid vastleggen met zijn lateraal (horizontaal breedte) schrift op een vlakke plaat. Hij graveerde het geluid in de gom op een gomplaat. Hiermee was het eerste singeltje geboren. Want zijn plaat werd aan een kant opgenomen en had doorsnede van 12 cm, zoals nu de CD en de DVD. Berliner gaf zijn apparaat de naam “ GRAM-o-Fone”. Het voordeel van lataraal opgenomen geluid was dat het bij reproductie minder vervorming gaf en dat het mogelijk was deze platen massaal te produceren. Dit voordeel betekende in 1920 het einde van de wasrol.
De eerste Edisonplaten waren ongeveer 1 cm dik en werden opgenomen volgens het transversaal schrift. Hiervoor had Edison de Diamond Disc Phonograph met een speciale weergever voor ontwikkeld. Andere merken, waaronder Pathé, gingen ook platen volgens het transversaal systeem maken. Als men goed kijkt op de grammofoonplaat in het museum, dan kan men
bergen en dalen op de plaat zien. Overigens waren de platen als mechanische geluidsdragers minder kwetsbaar dan de wasrollen."
(Wordt vervolgd)