Al bijna vijftig jaar is
Pierre Lenders uit de Grote Heide, maar nu wonend in ’t centrum,
één van de trouwste helpers van Sinterklaas in Pelt. Hij regelt bezoeken, zorgt voor de Pieten, bewaakt de afspraken en luistert als geen ander naar de kinderen.
Het verhaal begint op 11 september 1976, op een drukke dag met gemeenteraadsverkiezingen én een huwelijksfeest. Pierre deed toen al “animatie”: playbackacts, mopjes, sketches – hij kon zonder moeite een volle zaal twee uur lang boeien. In de pauze van dat trouwfeest spreekt Jaak Peeten hem aan in het café.
Jaak was op dat moment al vijftien jaar lang de vaste Sinterklaas-helper op de Grote Heide. Hij wilde stoppen, maar had zijn voorganger plechtig beloofd pas af te geven als er een waardige opvolger was. In Pierre zag hij die man.
Pierre twijfelde: “Zoek toch nog maar iemand anders,” zei hij. Maar Jaak gaf niet op: wie zó vlot twee honderd grote mensen kon bezighouden, kon volgens hem zeker ook met kinderen werken.
In het begin ging Pierre mee als helper van Zwarte Piet. Tot op een avond, achter op de Grote Heide, de plannen plots veranderden: één van helpers van de Pieten kon niet komen. “Dan moet jij vanavond de Sint helpen,” kreeg Pierre te horen.
Dat onverwachte moment werd het begin van een traject dat intussen bijna een halve eeuw duurt.
Animaties, koersen en Dag van de Landbouwer
Dat Pierre bij Sinterklaas terechtkwam, is geen toeval. Al lang voor de Sint hem nodig had, stond hij graag “op een podium”. Playbackshows met oude singles en cassettes, sketches met verkleedkleren van overal, ludieke teksten: hij deed het bij familie, op trouwfeesten en in cafés.
Later werd hij ook een vertrouwd gezicht als presentator van kermiskoersen, wielerwedstrijden in de streek en de Dag van de Landbouwer. Namen oproepen, koerssituaties uitleggen, tussendoor wat humor – het hoort allemaal bij dezelfde gave: vlot kunnen praten én de sfeer aanvoelen.
“Je moet goed kunnen babbelen en fantaseren,” zegt hij daar zelf over. “Dat helpt Sinterklaas én de kinderen.”
Drie weken lang in dienst van de Sint
In de drukste jaren was de periode van 12 november tot en met 5 december een echte marathon. Overdag werken in ploegen, ’s avonds op stap voor huisbezoeken of schoolfeesten.
Er waren jaren dat Pierre met de Sint tot honderd gezinnen per seizoen bezocht. Acht à negen avonden lang, soms tien stops op één avond. Daarbovenop kwamen nog de bezoeken aan scholen (onder meer op de Grote Heide, in Lozen en Houthalen), de gezinsbond, de voetbalclub, …
Om dat allemaal gecombineerd te krijgen, verzamelde Pierre in de zomer overuren zodat hij in november en december vroeger kon stoppen met werken.
Strenge regels voor helpers
Wie met Sinterklaas op stap gaat, draagt verantwoordelijkheid. Daarom voerde Pierre al lang geleden een heel duidelijke regel in voor de Pieten: 0,0 promille.
Hij kende verhalen van bezoeken elders waar de helpers niet even nuchter waren als de bedoeling was – met bange kinderen en boze ouders tot gevolg. Dat wilde hij in Pelt absoluut vermijden.
“Voor we vertrekken: niks,” legt hij uit. “Na afloop mag er gerust een pintje of een jenevertje zijn, maar niet tijdens de ronde. De kinderen moeten ons kunnen vertrouwen.”
Helpers vinden is de laatste jaren niet makkelijk. Waar jongeren vroeger stonden te springen om vrijwillig mee te gaan, wordt er nu vaker naar een vergoeding gevraagd. Pierre begrijpt dat, maar blijft het vrijwilligerskarakter belangrijk vinden. Er is een kleine vergoeding voor de tijd en voorbereiding, maar rijk word je er niet van. “Als je alle uren schminken, wassen en wachten meetelt, blijft er niet veel per uur over,” zegt hij met een glimlach.
Kinderen, twijfel en privacy
Ook de kinderen zelf zijn in die halve eeuw veranderd.
Vroeger ging Sinterklaas tot en met het vijfde leerjaar langs. Nu is dat soms vanaf het derde en vierde al niet meer nodig. In de eerste kleuterklas blijven sommige kinderen thuis omdat ze nog te bang zouden zijn.
Daarnaast veranderden de regels. Vroeger kreeg het Sinterklaascomité van de school een adressenlijst tot een bepaald leerjaar, zodat elk gezin een brief in de bus kreeg. Met de komst van de privacywetgeving kan dat niet meer.
Nu stuurt Pierre een mail naar de school; de brief wordt digitaal of via een klasbriefje verspreid. Ouders schrijven zich per gezin in via mail. Zo beslist elk gezin zelf of Sinterklaas nog mag langskomen en tot welke leeftijd.
Soms komt er dan een ontroerend berichtje terug. Een vader of moeder bedankt “voor al die jaren dat u bent langsgekomen, maar thuis hoeft het niet meer”.
Een opvolger klaarzetten
Omdat hij zelf ooit “gevraagd” werd om in te springen, wilde Pierre niet meemaken dat er ooit géén helper meer zou zijn. Zeker op de Grote Heide, waar zijn verhaal begonnen is, vond hij het belangrijk om tijdig iemand klaar te stomen.
Intussen heeft hij die opvolger gevonden in Davy Luycjkx, in de streek beter bekend als de “man van ’t Hènt”.
Davy woont vlakbij en kwam al regelmatig helpen. Als Pierre ooit onverwacht uitvalt, kan Davy het meteen overnemen.
“Op de Grote Heide blijf ik helpen zolang mijn gezondheid het toelaat,” zegt Pierre. “Maar ik slaap een stuk rustiger nu ik weet dat er iemand klaarstaat.”
Momenten die blijven hangen
Na bijna vijftig jaar in dienst van de Sint, stapels bezoeken en ontelbare kinderogen, zijn er verhalen die Pierre nooit vergeet. Sommige zijn hartverwarmend, andere snijden door merg en been.
In de MS-kliniek, waar hij jarenlang voor patiënten én kinderen van het personeel meehielp, raakte een ontmoeting hem diep. Een jonge vrouw in een rolstoel fluisterde dat ze graag “een andere man” zou willen, niet omdat ze er één versleten had, maar omdat haar man haar had verlaten toen hij hoorde dat ze MS had. Jaren later vertelde ze dat de nieuwe partner van haar man élke woensdag met haar kwam wandelen. “Je ziet dan de beste en moeilijkste kanten van mensen tegelijk,” zegt Pierre.
Het meest aangrijpende moment kwam in een gezin waar enkele maanden eerder de mama uit het leven was gestapt. Een meisje van zes keek hem ernstig aan en vroeg:
“Sinterklaas, kom jij nu uit de hemel of uit Spanje? En is onze mama ook in de hemel?” Pierre voelde veen krop in de keel. “Het enige wat de Sint nog kon zeggen, was dat het heel goed gaat met mama, maar dat ze wil dat het meisje goed voor papa zorgt,” vertelt hij. Daarna nam een familielid het gesprek even over, werd er gezongen en kon iedereen weer op adem komen. Maar die vraag is hij nooit meer vergeten.
Zolang er kinderen zijn
Vandaag zijn veel van “zijn” kinderen zelf ouder of grootouder. In sommige families komt Sinterklaas al twintig jaar bij oma en opa langs, eerst voor hun kinderen, nu voor de kleinkinderen. De oudste geloven allang niet meer, maar schuiven toch nog mee aan voor de foto.
Wat maakt iemand tot een goede helper van Sinterklaas? Pierre hoeft er niet lang over na te denken:
“Je moet kinderen ernstig nemen, kunnen luisteren en ter plekke iets verzinnen. En je moet het graag doen. Zolang er kinderen zijn die glunderen wanneer Sinterklaas binnenkomt, blijf ik helpen.”
Marc Faes