Het is de schrik van vele tuinen, die
buxusmot. In 2006 zou die vanuit Oost-Azië in het zuidwesten van Duitsland zijn aanbeland, vermoedelijk via houten verpakkingsmateriaal dat eitjes of rupsen bevatte. In 2010 werd die ook in België waargenomen, en zit momenteel nagenoeg overal. Het beestje heeft geen of nauwelijks natuurlijke vijanden (het is in onze regio een nieuwe soort) en dus kon de populatie zeer
snel groeien. De kleine rupsen die uit het ei komen zitten aan de onderkant van de buxusbladeren en schrapen er het bladmoes weg. Naarmate de rupsen groeien wordt ook hun wraatzucht groter zodat er na enkele dagen alleen nog maar het skelet van het buxusblad over blijft. Wat daarom niet betekent dat de buxus dood gaat, die kan, ook na een zware aantasting, herstellen. De beste manier om de plaag in te tomen is in het voor- of najaar de planten te snoeien, zo verwijder je de haarden met overwinterende rupsen. Bij zware aantasting kan je biologische insecticide gebruiken, de inzet van chemische middelen moet altijd de laatste optie zijn.
(Bron: Instituut voor Landbouw, Visserij- en Voedingsonderzoek)