Neerpelt
De
putter (of
distelvink) is een kleurrijke, haast exotische verschijning met opvallend geel en rood. Geen wonder dat de vogelvangers er gek op waren. Een putter in een volière kan met snavel en pootjes een emmertje aan een koordje naar boven halen. Vandaar zijn naam
putter. In de vrije natuur toont hij zijn behendigheid door op mezenmanier aan stekelige distels te hangen om de zaadjes los te peuteren. Distelzaadjes lust hij het liefst, maar vrijwel alle onkruidzaadjes staan op zijn menu.
In de winter trekken de putters daarom in groepjes rond, op zoek naar kruidenrijke veldjes. Op uw voedertafel komen ze pas als de winter echt hard toeslaat. Gelukkig worden ze steeds talrijker. Ze hebben zich blijkbaar goed aangepast aan 'de moderne tijden' en je zal ze de volgende jaren steeds vaker in je tuin zien. In het voorjaar bouwt het vrouwtje in een struik een keurig nest, vanbuiten met mos bekleed en vanbinnen gevoerd met wit zaadpluis. Laat een hoekje in je tuin verwilderen met distels en paardenbloemen: veel kans dat je dit prachtige en altijd vrolijke vogeltje op bezoek krijgt!
(Tekst Jan Daniëls, foto Jos Keppens)