Neerpelt
De
citroenvlinder is een opvallend grote vlinder, die vroeg in het voorjaar uitvliegt. De mannetjes zijn
geel, de vrouwtjes
lichtgroen. Het is een vlinder van bossen, maar ook in je tuin komt hij regelmatig langs. Citroentjes paren in mei, waarna het vrouwtje de eitjes afzet op sporkehout,wegedoorn of klimop. Haar taak zit er dan op en ze sterft.
De groene rupsen die uit de eitjes komen, veranderen na een maand in een hoekige pop, waaruit in de maand juni of juli een nieuwe vlinder tevoorschijn komt. Die fladdert maar even rond, want de warmste maanden van de zomer brengt hij in een donkere schuilplaats door. In de vroege herfst verschijnt hij terug even op het toneel, om snel weer te verdwijnen in een spleet, onder een hoopje bladeren of een holte van een boom. Totdat de eerste lentezon hem weer naar buiten lokt. Maar dan is zijn "lange leven al bijna voorbij". Een 'specialleke': een citroenvlinder zit
nooit met de vleugels open.
(Tekst: Jan Daniels, foto's: Ghis Palmans)