Welkom terug na twee maanden vakantie. De mogelijke onderwerpen voor een nieuwe
Losse Flodders stapelden zich op maar ik kwam altijd bij het gespreksthema nummer één uit. Tot vervelens toe is het woord ‘kwakkelzomer’ de voorbije maanden gevallen. Omdat voor mij het glas altijd halfvol is zou ik mezelf niet zijn mocht ik geen goede kant aan dit weerverhaal vinden. Het is een herfstzomer geweest met meer kille dagen dan zomerdagen maar besef, beste lezer, dat de natuur zichzelf altijd corrigeert en dat er nog een zomerherfst komt. Voor me zelf, en ook voor iedereen, was het een perfecte slaapzomer. Er was in de verste verte geen airco nodig om mij elke nacht opnieuw zalig te laten slapen in een lekker fris temperatuurtje. Ja, een slaapzomer van uitstekende kwaliteit. Anderzijds zaten we na de versoepelingen te bibberen op een caféterras maar ik heb nog altijd liever een bibberterras dan een gesloten terras. Eén van die terrassen waar ik meestal eens per week vertoef, is café Bristol bij Jenny in Leopoldsburg. Ik vond haar 20 jaar geleden in een boekje over volkscafeetjes in Limburg dat mijn toenmalige collega bij De Weekkrant, Raymond Rutten bijeen sprokkelde. Hoe het in de rest van Limburg gesteld is weet ik niet, ik ben geen cafétoerist, maar in West-Limburg zijn tal van die monumenten verdwenen: Trouwe Lassie Ham, De Snelle Vlucht Ham, Geren Bij Heusden, Bij Julia in Paal, de Mooie Molen Beverlo. Teloor gegane eigenheid van de volkse aard die nooit meer terug komt. Café Bristol heeft stand gehouden net zoals het Krugerhof bij Annie in Immert-Leopoldsburg en het Kerelshuis in Hulst. Verdwenen cafés , verdwenen iconen, verdwenen gezelligheid. Bij Jenny spendeer ik dus een deel van mijn drinkgeld. Vrijdagvoormiddag verzamelt ons kliekje er voor de roddelronde, zoals Jos 1 het noemt. Het is dan roddelen op niveau maar met een hoek af. Iedereen van ons groepje draagt dezelfde familienaam : ‘Schol’! Bèr, Jos 2, Maria, André en ik als losse flodder. In 2020 moest Jenny het feit vieren dat het café al 50 jaar op haar naam stond, maar helaas, dat gala hebben we nog steeds te goed. Er is geen gebrek aan anekdotes. Onlangs heb ik nog iemand gevangen. Op de houten spaarkast hangt een foto van Romelu Lukaku. Er stond iemand naast me en ik beweerde met een uitgestreken gezicht dat onze Romelu lid van de spaarkas was en dat hij 10.000 euro per maand spaarde. Ik wist dat ik naar zijn gezicht moest kijken want dat was een mengeling van ongeloof en twijfel. Ik heb het zo gelaten. Met zijn allen op naar de zomerherfst zonder bibberterrassen!
(Martin Vanierschot)