Wie het ongeval veroorzaakte was duidelijk. Het was de chauffeur van die ene auto. Discussie was er alleen over de schadevergoeding voor het 16-jarige meisje in de andere auto. Zij bleef quasi volledig verlamd achter, levenslang afhankelijk van wie haar omringt. Zelf eten, zich verplaatsen, haar toilet maken, communiceren, het was voortaan voor haar onmogelijk. De discussie ontaardde in een ellenlange procedure in Brussel.
Na tien jaar hadden het meisje en haar naastbestaanden nog altijd het raden naar een datum waarop het hof van beroep van Brussel de zaak zou behandelen. Een jaar eerder was een behandelingsdatum aangekondigd, maar die aankondiging was zeven maanden later ingetrokken. Een nieuwe datum bleef uit. Voor de entourage van het meisje was de maat vol en zij dagvaardde de Belgische staat voor de rechtbank van Brussel om een schadevergoeding te eisen, omdat het hof van beroep van Brussel er niet in slaagde binnen een redelijke termijn een proces af te handelen. Terecht vond de rechtbank en kende aan de betrokkenen elk een schadevergoeding toe van € 10.000. Maar, de Belgische staat ging in beroep, zodat het hof van beroep moest oordelen over het hof van beroep. Het hof stelde vast dat, hoewel de advocaten klaar waren met hun werk, zij nog vier jaar moesten wachten om de zaak te pleiten. Te lang vond het hof. Dat had, onderkende het hof, te maken met een gebrek aan rechters en laattijdige vervanging van gepensioneerde rechters. Aanstoot nam het hof vooral aan de weigering van de Eerste Voorzitter van het hof van beroep om de zaak vroeger te laten pleiten. Vroeger kon niet, want dan moest een andere zaak wijken. Waarover de ‘dringende’ zaak ging, had de Eerste Voorzitter niet onderzocht. Het hof kon ook niet waarderen dat een behandelingsdatum zonder meer was geschrapt.
Wie zolang moet wachten en in onzekerheid blijft, lijdt schade, vond het hof en kende aan de benadeelden ook de € 10.000 toe, zesentwintig jaar na het ongeval. Recht kan alleen maar geschieden binnen een redelijke termijn, aldus het hof en besloot samen met Montesquieu, grondlegger van onze rechtstaat, dat onrechtvaardigheid dikwijls niet in het vonnis zit, maar in de wachttijden. Een uitspraak over de schadevergoeding voor het ongeval zelf was er twintig jaar na het ongeval.
Jan Bouly
(De auteur is advocaat. Hij komt met "Tribunaliteiten" terug in september.