Elke maand licht
het Gallo-Romeins Museum een bijzonder object uit zijn collectie toe. Deze maand is dat
de wijnzeef uit Riemst.
De Galliërs maakten al rond 600 voor Christus kennis met wijn. Maar pas vanaf het begin van onze jaartelling, toen onze regio deel uitmaakte van het Romeinse Rijk, werd wijn de drank bij uitstek van de geromaniseerde bevolking. Naar mediterrane gewoonte werd de drank gewoonlijk aangelengd met warm (of soms koud) water. Naar keuze en volgens smaak verrijkte men hem dan met hars, honing, zeewater, kruiden, bloemblaadjes... Een zeef-met-steel, zoals dit exemplaar uit 150–300 na Christus, was geen overbodige luxe om het bezinksel en de restanten van hars en kruiden eruit te filteren.
Wil je meer weten?