Grotere vissoorten komen sneller in ademnood in opwarmend water dan kleine vissoorten. Hetzelfde geldt voor vissen met grote cellen, zagen onderzoekers van de Radboud Universiteit in Nijmegen. Bovendien zijn zeevissen minder goed bestand tegen zuurstofarm water dan zoetwatervissen. Met deze inzichten willen de onderzoekers uiteindelijk kunnen voorspellen welke soorten in gevaar komen bij veranderingen in het water door klimaatopwarming en industriële vervuiling.
Een groot probleem voor vissen en ander dierlijk waterleven is dat water
steeds minder zuurstof bevat; enerzijds doordat het water sneller opwarmt door klimaatverandering en anderzijds door vervuiling. In warmer water hebben vissen bovendien meer zuurstof nodig om te kunnen leven. Daarnaast kan stikstof in het water (bijvoorbeeld nitraat en nitriet) zorgen voor minder zuurstoftransport in het bloed.
Er kunnen algemene biologische regels ontdekt worden die ons vertellen welke eigenschappen bij vissen voordelig of nadelig werken bij veranderende leefomstandigheden. ‘Als we deze regels bij vissen in kaart hebben gebracht dan kunnen we uiteindelijk voorspellen welke vissoorten in gevaar komen bij welke veranderingen’, zegt onderzoeker Wilco Verberk.
Op de foto: een héél grote dode vis, vanmorgen in het kanaal in Pelt.
(Foto Josh Vandijck)