Men zegt me wel eens dat mijn stukjes van 300 woorden ideaal zijn om te lezen tijdens een toiletbezoek. "Je heb het snel uit", zei iemand.
Ik heb vernomen dat mijn verzamelbundel 'Allesbehalve super' op menig toilet een vaste plaats kreeg. In een toiletrekje of in een leesmand tussen de stripverhalen en tijdschriften. Andere bronnen voor leesplezier in het kleinste kamertje.
Je zou de zeer korte verhalen kunnen omschrijven als toiletstukjes. Al verkies ik eerder een andere algemene term, namelijk het WC-lezen. Dat ligt in de lijn van wat Remco Campert op een vermakelijke manier beschreef over lezen tijdens het eten: 'Eetlezen'. Ik heb dat zeer smakelijk stukje meermaals herlezen tijdens het veroverberen van een boterham. Eetlezen is ook een van mijn favoriete bezigheden. Hij legt uit waarom de lunch ideaal is om te combineren met een tijdschrift. Een roman past dan weer perfect bij het avondeten en poëzie bij oesters.
Over het WC-lezen in het kleinste kamertje kan men zover niet gaan. Een toiletbezoek is een toiletbezoek. Al verschilt het van persoon tot persoon qua duurtijd. Voor de ene is één verhaal voldoende. De andere heeft dan weer twee of drie stukjes nodig. Zo hoorde ik zelfs van een gezin waar men altijd zei, als vader weer eens verdwenen was, dat hij op zijn bureau zat. Omdat hij op het toilet veel tijd sleet met het lezen van allerlei zaken. Maar laat het ons daarbij houden qua informatie over het gemiddelde toiletbezoek.
Ik ken weinig mensen die niet WC-lezen, maar de afgelopen jaren kreeg het stevige concurrentie van de smartphone. Het zogenaamde WC-kijken. Persoonlijk vind ik dat een spijtige evolutie, want het WC-lezen geeft toch een andere dimensie aan dat toiletbezoek. Bovendien moet je op een vreemd toilet voorzichtig zijn met het geluid. Van de smartphone bedoel ik natuurlijk.
Rudi Lavreysen