Iedereen kent wel bovenstaand gezegde, maar de vrucht zelf is veel minder gekend.
Mispels waren in de oudheid ver voor Christus al bekend. Het waren de Romeinen die ze naar onze streken brachten. Honderd jaar geleden waren ze hier nog redelijk aanwezig; nu moet je al zoeken om er nog te vinden; ze zijn eerder zeldzaam aan het worden. De vrucht van de mispel heeft een zeer wrange smaak; dat verandert als ze een flinke nachtvorst gehad hebben, dan komt er een rijpingsproces op gang en worden ze zoet. Als ze overrijp zijn, tot tegen het rot,
dan zijn ze het lekkerst. Vandaar het gezegde.
(Pierre Rutten)