Geachte heer van Dale
"Wat voor zin heeft het nu om een brief te schrijven naar iemand die in 1872 is gestorven?", zegt mijn vrouw. Ze heeft natuurlijk een punt. Wellicht gaat u dit niet lezen, want u verblijft al heel wat jaren geleden in de eeuwige jachtvelden. Of in uw geval: de eeuwige taalvelden.
Maar daar gaat het niet om. In mijn hoofd schrijf ik u deze brief en in datzelfde hoofd hebt u de brief gelezen. Noem het gezonde fantasie. Taal doet soms rare dingen met een mens. Daar weet u alles van, als schepper van het van het ‘Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal’, dat heden ten dage nog altijd uw naam draagt.
Ik wil u op de hoogte brengen van een verontrustende evolutie in onze taal. Nu zal u zeggen: 'Mijn beste Désiré, taal is altijd in beweging'. Wel, daar kan ik u in volgen, mijn beste Johan Hendrik.
Maar nu maken ze het te bont. U hebt niet meer meegemaakt dat er een verkiezing voor het
woord van het jaar wordt georganiseerd. Gelukkig maar.
Het kinder- en tienerwoord van dit jaar ontstond op Tik Tok. Wat dat voor een vehikel is leg ik een volgende keer wel eens uit. Het tienerwoord was ‘67’. Uit te spreken in de Engelse taal. Six seven. Tot daar niets aan de hand, want we kennen ondertussen wel meer Engelse woorden in het Nederlands.
Maar dit heeft geen enkele betekenis. Niks, nul, nada. Ze gebruiken het hooguit om 'cool' te klinken, zelfs als ze niet precies weten wat het betekent. En er zijn nog van die dinges. Waar gaat het toch naartoe?
Ook in café De Kiezel was dit nietszeggende woord het onderwerp van gesprek. Mijn buurman Ömer geeft training aan de miniemen van de lokale voetbalploeg. Ik geef u even zijn verslag. "Tijdens de rust zei ik tegen onze spits Jordy dat hij wat feller moest zijn. Weet je wat zijn antwoord was? 'Six seven', zei hij. Ik wist totaal niet wat hij bedoelde, vooral omdat het nog maar 1-1 was. En helemaal geen 6-7. Achteraf hebben ze me uitgelegd dat het een tienerwoord is. Ik versta ze nog maar de helft van de tijd. Hoe kan ik ze dan iets bijbrengen?"
Ömer heeft gelijk. Als we de jongeren niet meer begrijpen, kunnen we ook niet tot hen doordringen. En ze hebben het al zo moeilijk. Mijn vraag aan u, beste Johan Hendrik, is of u – mijn vrouw verklaart me gek als ze dit leest - op de een of andere manier een seintje kan geven aan uw opvolgers bij de Van Dale Uitgevers. Dat ze dergelijke taaluitspattingen niet opnemen in het woordenboek, in de hoop dat we binnenkort terug gewoon Nederlands spreken.
U kan misschien een paar woordenboeken uit de kast laten vallen bij de uitgeverij. Of u bedenkt maar iets. Aan tijd zal het u niet ontbreken in de eeuwige taalvelden.
Ondertussen verblijf ik
Met de meeste hoogachting
Désiré Dinges
PS: Ik beraam nog een optocht naar uw standbeeld in Sluis, het dorp waar u altijd hebt gewoond, om aandacht te geven aan deze problematiek. Ömer en Gust, mijn twee buurmannen, gaan alvast mee. Maar mijn vrouw zegt dat ze bereid is om de politie te bellen als we overdrijven.