Dinsdag 17 september 2019
Onderzoekers van UHasselt zijn er als eerste in geslaagd om roetvervuiling in de placenta vast te stellen. “Al zeer vroeg in de zwangerschap – op 12 weken - hebben we zowel aan de moederzijde als aan de foetale zijde van de placenta roetdeeltjes teruggevonden”, zeggen UHasselt-onderzoekers prof. dr. Tim Nawrot en dr. Hannelore Bové. Welke gevolgen deze roetvervuiling heeft op de foetus moet nu verder onderzocht worden. “Maar over vijftig jaar kijken we terug naar deze resultaten en zullen we geschokt zijn dat er zo lang, zo weinig gedaan werd in onze maatschappij tegen roetvervuiling”, zeggen de onderzoekers.
Iedere dag worden er roetdeeltjes in de lucht verspreid, voornamelijk door verbranding van fossiele brandstof zoals diesel. “We weten dat luchtverontreiniging schadelijk is, en dat roet kankerverwekkend kan zijn”, zegt prof. dr. Tim Nawrot. “Bij zwangerschappen wordt luchtvervuiling gelinkt aan vroeggeboortes en aan een lager geboortegewicht. Met dit onderzoek willen we meer te weten komen over hoe roetdeeltjes precies een rol spelen tijdens de zwangerschap.”
“Tijdens mijn onderzoek, dat financiële steun kreeg van onder meer het FWO, heb ik 28 placenta’s onderzocht op roetvervuiling”, zegt de Peltse dr. Hannelore Bové. Er werd al langer vanuit gegaan dat via de placenta naast voedingsstoffen en zuurstof ook vervuilende partikels zoals roetdeeltjes overgedragen kunnen worden naar de foetus, maar dit is nooit eerder vastgesteld. “Tot nu dus”, zegt Hannelore. “Voor dit onderzoek gebruikte ik de lasertechniek die ik tijdens mijn doctoraat aan UHasselt ontwikkelde in samenwerking met KU Leuven. Met deze techniek konden we al roetdeeltjes vaststellen in urine en bloedstalen, nu tonen we aan dat we met deze unieke techniek ook roetdeeltjes kunnen opsporen in weefsels zoals placenta.” Bij tien moeders die tijdens de zwangerschap blootgesteld waren aan een hogere graad van luchtvervuiling (2,42 microgram per m3), werd in de placenta een hogere concentratie roetdeeltjes vastgesteld. Bij tien moeders blootgesteld aan een lagere graad van luchtvervuiling (0,63 microgram per m3) lag de concentratie roetdeeltjes in de placenta veel lager. "Opvallend is ook dat we aan de foetale zijde van de placenta een hogere concentratie roetdeeltjes vaststelden dan aan de zijde van de moeder," aldus Hannelore Bové. "Dit betekent dat roetdeeltjes zich geleidelijk aan opstapelen aan de kant van de foetus.”
De resultaten van dit onderzoek worden gepubliceerd in Nature Communications.
“Wat precies de impact is van roetvervuiling op de foetus en in het latere leven van het kind, weten we nog niet”, zegt Tim Nawrot. “Maar we weten dat zeker in de vroege fase van de zwangerschap, waar wij dus de roetvervuiling al konden vaststellen, het kind zeer kwetsbaar is omdat het net dan in volle ontwikkeling is.”
De volgende jaren zal UHasselt dit onderzoek met steun van Kom op tegen Kanker verder zetten om de precieze impact van roetvervuiling op pasgeborenen te analyseren. Dat zal onder meer gebeuren door placenta’s van meer dan 1000 pasgeborenen binnen het Limburgs Geboortecohort te analyseren.
“Op dit moment is er nog geen richtlijn over hoeveel roetdeeltjes in de lucht toegelaten zijn”, zeggen de onderzoekers. “Natuurlijk was roetvervuiling in de jaren '70 en '80 nog erger dan nu, tijdens de zwangerschap werd de foetus toen ook al blootgesteld aan die roetvervuiling. Maar net zoals we nu verrast terugkijken op het feit dat roken enkele decennia geleden nog overal toegelaten was, zullen we over vijftig jaar terugkijken naar dit tijdperk van roetverontreiniging en zal men geschokt zijn dat we daar toen niet meer bij hebben stilgestaan.”