Schuldeisers hebben doorgaans een beter geheugen dan schuldenaars. Toch kan de tijd een handlanger zijn voor wie misschien nog moet betalen. Zo was er een schrijnwerker die een factuur van € 7.656,50 uitschreef in verband met buitenschrijnwerk en een poort, zeven jaar eerder geleverd en geplaatst. Destijds had hij al een voorschotfactuur van € 9.540,00 aangerekend. Direct na ontvangst van de nagekomen factuur had de klant schriftelijk geprotesteerd en geweigerd nog iets te betalen omdat hij geen grijze maar een blauwe poort had gekregen. Hij beweerde dat omwille van de kleurverwisseling met de schrijnwerker was afgesproken: geen grijze poort, geen geld. Sindsdien mocht hij niets meer vernemen van de schrijnwerker.
Na het protest van de klant tegen de tweede factuur trad opnieuw een stilte in. Ditmaal van een jaar. Tot de schrijnwerker op de proppen kwam met een advocaat en voor de rechtbank van Ieper betaling eiste voor de tweede factuur mét intresten.
De rechtbank stelde dat een klant minstens binnen een redelijke termijn een factuur moet krijgen. Een laattijdige factuur belet evenwel niet dat prestaties moeten worden vergoed. In dit geval had de tweede factuur echter zeven jaar op zich laten wachten en gaf de schrijnwerker de indruk niet meer te zullen factureren. Hij kon de rechtbank ook niet uitleggen waarom hij zolang had gewacht met zijn tweede factuur.
Kwam daarbij dat hij niet reageerde op het protest van de tweede factuur, tenzij een jaar later via zijn advocaat. Dit terwijl een handelaar onmiddellijk móet reageren op een aangetekende brief als hij het niet eens is met de inhoud. Dat alles maakte volgens de rechtbank dat de schrijnwerker zijn recht op betaling verloren had laten gaan.
Veel problemen in het leven hebben te maken met haast. Maar soms hebben ze ook te maken met te laat zijn.
Jan BOULY
(De auteur is advocaat)