Op zondag 16 juni is de eindstreep van de slotetappe van de Baloise Tour of Belgium getrokken op de Koolmijnlaan pal aan de mijnsite. Ik heb mij, samen met nog andere wielerliefhebbers, afgevraagd hoe lang het al geleden kon zijn dat er nog een profkoers van niveau in Beringen eindigde. We bleven het antwoord schuldig. De tijden zijn veranderd. Vroeger kon er geen kermis passeren zonder dat er een wielerwedstrijd werd ingericht. Kermiskoersen waren puur volksvermaak en ieder dorp telde wel één of meerdere coureurs. Toen heette de Baloise Tour of Belgium ook nog gewoon ‘De Ronde van België’ zonder dat er verwezen werd naar de hoofdsponsor. Als ik terug fiets naar mijn jeugd dan kan ik enkel met veel nostalgie terugdenken aan de ontelbare regionale koersen die mijn broer en ik gevolgd hebben. We kenden haast alle renners die aan de start verschenen bij nieuwelingen en liefhebbers. De categorie junioren bestond in het begin van de jaren zestig niet eens. Als de profs ergens in onze streek aan de start stonden, waren wij er bij. Mijn 4 jaar jongere broer en ik fietsten zelf heel wat kilometers om elk weekend ergens te gaan kijken. Er was keuze te over . Je kon altijd kiezen uit enkele wedstrijden in omliggende dorpen. Vandaag is dat helemaal voorbij. Nu heb je per weekend in Limburg nog amper een wedstrijd per leeftijdscategorie. In mijn jonge jaren moest er voor elke koers een ticket gekocht worden. Mijn broer mocht kosteloos supporteren omdat hij te jong was. Ik daarentegen, ik had altijd prijs. Meestal ging het over 5 of 10 frank kijkgeld. Dat ticketje werd dan op je jas gespeld. Dat entreegeld leek niet veel maar als ik in die tijd 20 frank zondagsgeld ontving, dan was dat al een serieuze hap uit mijn budget. Op de koers wilde je toch ook nog een frietje eten en één drankje kopen. Dat kostte minstens 5 frank. Ik heb toen eens nagedacht over die inkomgelden en plots schoot mij een briljant plan te binnen. Dat plan was weliswaar gebaseerd op foefelen maar nu, jaren later , heb ik toch geen gewetensbezwaren meer. Hoe ging ik te werk? Iedere koers waren er tickets met verschillende kleuren en die waren niet elke wedstrijd hetzelfde. Ik begon die verschillende kleuren te verzamelen, na afloop van de koers werden ze toch weggegooid, en nam die bonnetjes mee. Zo kreeg ik een mooie collectie bij elkaar. Ik nam die dan mee naar een volgende koers. Daar keek ik dan even rond om te zien welke kleuren die dag gebruikt werden. Ik viste de juiste kleur uit mijn zak en prikte dat ticketje opgerold of dicht geplooid op mijn jas. Iedere controle passeerde ik moeiteloos want ik had de juiste kleur. Het tekstje, dat per wielerwedstrijd anders was, was toch niet te lezen. Mijn truckje werkte altijd. Na meer dan 50 jaar zijn deze criminele feiten toch verjaard. Daarom laat ik ze nu los op de wereld. Ik heb alleen spijt dat ik al die tickets niet bewaard heb als herinneringen aan een fantastische tijd. Nu moeten er geen kaartjes meer gekocht worden om wielerwedstrijden bij te wonen. Maak er dus gebruik van om op zondag 16 juni naar Be-Mine te komen als daar het wielercircus neerstrijkt. Je zal je ogen niet alleen uitkijken naar het internationale deelnemersveld maar ook naar de ploegbussen die pareltjes zijn van hotels op wielen. Laat deze buitenkans niet liggen! (Martin Vanierschot)