Meral Özcan (Groen) deed op de gemeenteraad een voorstel rond een projectoproep voor noodwoningen.
"De afgelopen jaren waren er in onze stad verschillende situaties waardoor er nood was aan noodopvang. Helaas konden deze mensen in nood meestal niet geholpen worden omdat er in onze stad van 47.000 inwoners slechts twee noodopvangplaatsen voorzien zijn. Hier kunnen in totaal slechts vijf personen opgevangen worden. We hebben als Groen-fractie meermaals ons ongenoegen geuit omdat mensen in nood opvang nodig hebben en we als stad de verantwoordelijkheid moeten nemen om onze inwoners in nood alle hulp te bieden", stelt Meral.
De Vlaamse overheid erkent het probleem van noodopvangplaatsen en heeft daarom twee jaar geleden een projectoproep noodwoningen gelanceerd. Door het grote succes is er dit jaar opnieuw een projectoproep. Met dit project stimuleert Vlaams minister van Wonen, Matthias Diependaele, het bouwen, kopen, renoveren en inrichten van noodwoningen.
De Vlaamse overheid subsidieert 50% van de kosten met een maximum van 145.000 euro per noodwoning. Ook de renovatie en inrichting van bestaande noodwoningen komen in aanmerking.
Daarom deed Groen een voorstel op de gemeenteraad.
"Concreet stellen we voor dat de stad Beringen onderzoekt of de stad een projectvoorstel kan indienen om de beschikbare noodopvangplaatsen te verbeteren. En de mogelijkheden nagaat om het aantal noodopvangplaatsen uit te breiden, zodoende mensen in nood te kunnen helpen".
Het voorstel werd niet aangenomen.
"Uitbreiding van de noodwoningen is niet opgenomen in het meerjarenplan van de Stad en ook niet binnen de budgetten. We hebben op dit moment de Paardendijk ter beschikking. Dit is een studio voor 1, maximum 2 personen. Alsook hebben we de conciërgewoning van de sporthal in Koersel ter beschikking. Hier zijn drie slaapkamers en meerdere samenstellingen mogelijk. Deze woningen worden 3 maanden ter beschikking gesteld en trachten we maximaal 1x te verlengen", zegt
schepen van Welzijn Ann-Sofie Vanoversteyns.
In 2017 heeft het bestuur, op vraag van onder andere de sociale dienst, ervoor gekozen om een beperkt aantal noodwoningen achter de hand te houden en vooral in te zetten op samenwerking met andere diensten.
"We hebben een protocolakkoord met de politie/brandweer wat te doen bij vaststelling dak- en thuisloosheid. Hierin bekijken we steeds met de betrokken burger naar een oplossing. We hebben een samenwerkingsovereenkomst met het CAW, met betrekking tot een noodbed. Er is dus altijd een plaats vrij om iemand te laten overnachten. We kunnen ook beroep doen op de KBM om eventueel een woning ter beschikking te stellen, buiten het sociaal huurbesluit. Maar we stellen vooral ook vast dat het begeleiden van mensen in deze woningen een heel intensief traject vraagt van de maatschappelijk werkers. Hiervoor zijn we ook niet voldoende bemand om deze begeleidingen op te nemen. Ook de doorstroom binnen de 6 maanden is niet altijd gemakkelijk om te organiseren en vraagt een intensieve opvolging.
Vanuit de sociale dienst zijn we geen voorstanders voor een uitbreiding van deze woningen", zegt de schepen nog.