In onze reeks praten we vandaag met
godsdienstleraar Bahattin Koçak uit Beringen-Mijn.
"Ik ben geboren en getogen in Beringen, mijn ouders zijn afkomstig van Turkije. Ik ging in Beringen-Mijn naar de lagere school, gekend als de broederschool. Na een jaar middelbaar in het college van ik één van de zogenaamde uitverkorenen om naar Turkije te mogen gaan voor een imamopleiding. Toen was het de gewoonte om één van de kinderen naar Turkije te sturen om hem of haar te redden van de westerser cultuur. Dat was toen het gedachtegoed. Ik ging niet alleen, ook mijn jongere broer ging mee. Hij is gestopt na vijf jaar en ik heb mijn zeven jaar opleiding volgehouden", zegt Bahattin.
Was het van harte om naar Turkije te gaan als kind? Had je al interesse voor godsdienst?
"Het was een beetje dubbel. Ik was als kind nog maar één keer in Turkije geweest en het was best wel spannend. Turkije was toch een droom voor vele gastarbeiders, om er terug te gaan. Moest ik gaan? Ja. Wilde ik gaan? Ja. Het was zeker een avontuur. Het was een strenge opleiding, een klassieke humaniora met extra focus op de Koran en islam om een imam te worden. Het is mijn 'seven years in Tibet' geweest. Ik bleef tien maanden in Turkije. Ik moest daar ook integreren, integreren in eigen land noem ik dat altijd, want ik kende Turkije niet. De eerste ochtend zal ik nooit vergeten, het was 17 september 1984, ik stapte uit de bus en zag een enorme zee van lichtjes want de stad Manisa was enorm groot. Het had toen al 300.000 inwoners. Ik had in het begin heel veel heimwee, ik weende veel in de slaapzaal. Bellen naar huis gebeurde ook niet zoveel. Ik belde dan eerst naar onze buurman Maurice, die ging dan mijn ouders halen en ik belde dan 5' later terug. Maurice zorgde er ook voor dat we ons Nederlands konden onderhouden. In het tweede jaar namen we strips, boeken en cassettes mee om Nederlands te leren. Ik zong liedjes van Clouseau in de slaapzaal".
Na zeven jaar komt Bahattin met een diploma imam terug naar België.
"Ik kon aan de slag gaan in Turkije maar ik wilde terug naar België komen, mijn heimwee was te groot. Ik miste Beringen. Ik wilde leraar worden. Mijn groot voorbeeld was mijn islamleraar Adem in de jongensschool van Beringen-Mijn. Hij kon heel goed vertellen, maar de lessen waren in het Turks en ik begreep als kind het Algemeen Turks niet goed. Daarom wilde ik het islamonderwijs geven in het Nederlands", zegt Bahattin.
Bahattin volgt dan een leraaropleiding in Brussel.
"Toen ik het eerste jaar zat, hoorde ik van de Raad van Theologen, dat je met een opleiding imam, meteen aan de slag kon gaan in het onderwijs. De leraaropleiding was dus niet nodig maar er was nog een obstakel: ik moest nog een taalexamen afleggen voor het Ministerie van Onderwijs. Uiteindelijk kon ik aan de slag".
Bahattin werkt sindsdien als islamleraar in basisschool De Schans van Heusden-Zolder.
"Het islamonderwijs is sindsdien fel geëvolueerd. In het begin waren er geen handleidingen of boeken. Ik vertaalde teksten, maakte zelf boekjes, het was vooral onze plan trekken. Ik gebruikte de katholieke tijdschriften van Averbode als voorbeeld en ik paste de verhalen aan naar de leefwereld van de Turkse kinderen. Er was toen geen leerplan maar dat is nu gelukkig anders. Er zijn nu ook inspecteurs, is er werkmateriaal gemaakt en werken we meer en meer aan interlevensbeschouwelijke competenties. In het begin had ik alleen Turkse kinderen in mijn klas maar vandaag zijn er ook andere nationaliteiten en pas ik mijn lessen aan. Tradities in Syrië, Afghanistan zijn immers verschillend. Zo evolueren we als islam ook, we geven meer een wereldislam".
Interreligieuze samenwerking is één van de stokpaardjes van Bahattin.
"Dat draag ik heel hoog in het vaandel, je zou dat mijn levensdoel kunnen noemen. Ik geloop dat we een betere toekomst voor onze kinderen kunnen geven als we meer in dialoog gaan. We hebben immers veel gemeen. De Bijbel en de Koran hebben veel gelijkenissen, er zijn veel verhalen die gelijk zijn. Denk maar aan Abraham, Mozes, Jezus en Maria, allemaal figuren uit de Koran en de Bijbel. Ook de waarden en normen komen op hetzelfde neer. Beiden boeken roepen ook op om samen te werken aan de toekomst van alle mensen".
Waarom staan godsdiensten dan zo vaak tegenover elkaar?
"Religie is een opium, zei Karl Marx, en godsdienst werd en wordt vaak misbruikt. Ik heb er geen antwoord op, dat is eerder een vraag voor historici of sociologen".
Het is momenteel Ramadan, de vastenmaand voor de moslims en dat is een belangrijk punt voor de gelovigen.
"Vasten is één van de vijf zuilen in de islam. We moeten dagelijks vijf maal bidden maar dat wordt niet altijd gevolgd, de jaarlijkse vasten is wel iets waar veel moslims zich aan houden. De moskee loopt deze maand goed vol, maar de andere maanden is het toch een stuk minder. De maand ramadan wordt heel intens beleefd, het heeft ook een culturele en sociale betekenis. Het is een soort detox voor het lichaam, een dieet avant la lettre. God geeft deze maand de kans om ons te zuiveren, een maand van inkeer, van bezinning", besluit Bahattin.
De andere afleveringen kan je nog nalezen in het archief. Typ 'geloof in Beringen' in onze zoekbalk en je krijgt een overzicht.