Het is vandaag Pasen, het feest waarop de christenen de verrijzenis van Jezus vieren. Het zou normaal parate kennis moeten zijn maar de kennis van geschiedenis en gewijde geschiedenis gaat er volgens diverse studies op achteruit. Geschiedenis wordt in onze scholen wat stiefmoederlijk behandeld, nochtans is onze wereld gewoon één grote brok geschiedenis waar we veel uit kunnen leren maar waar vaak ook verkeerde conclusies uit worden getrokken. En soms wordt de geschiedenis zelfs misbruikt of herschreven. In tijden van oorlog is de kennis van hedendaagse geschiedenis meer dan ooit nodig. Maar zoals de het spreekwoord zegt: de geschiedenis herhaalt zich, lessen worden er te weinig uit getrokken.
Juul wordt geworden in 1937.
"Mijn ouders woonden in een kleine hoeve niet ver van de kerk. Mijn moeder was afkomstig van Stal, pa van Beringen. Ma was vroedvrouw en kwam in de de ruime omgeving van Stal mama's helpen bevallen. Zo leerde ze pa kennen bij een bevalling van een familielid. Ma was één van de eerste leerlingen van de school voor vroedvrouwen in Hasselt en dokter Vandergraesen stuurde ma naar Hasselt. Ma was door haar werk veel weg, ook 's nachts werden kindjes geboren, dus ze sliep ook wel eens overdag. Pa was schoenmaker en had vooraan in het huis zijn praktijk en winkeltje. Daardoor werd ik vaak opgevangen door de buurvrouw. Ik herinner me boerin Plien Beerts eigenlijk beter als mijn mama".
Juul was een pienter manneke en ging al op 2,5 jaar naar de kleuterklas.
"Dat was eigenlijk bij ons in de hof. Nadien ging ik naar de jongensschool en omdat ik al zo snel naar de kleuterschool was gegaan, mocht ik ook vroeger naar het eerste studiejaar. Mijn eerste communie deed ik daardoor pas als ik in het tweede studiejaar zat".
Juul leert goed en heeft een goed geheugen, dus het ligt voor de hand dat hij naar een college mag gaan.
"Mijn pa had graag dat ik naar het college van Beringen ging, omdat hij door de oorlog niet naar het college kon gaan en op 14-jarige leeftijd moest gaan werken. Hij stimuleerde me dus zeker om te studeren. Mijn buurjongen die tien jaar ouder was studeerde voor ingenieur in Luik en en ik keek daar wel tegenop. Omdat ik misdienaar was in Koersel werd ik door kapelaan Slegers naar het klein-seminarie van Sint-Truiden gestuurd, dat viel toen nog onder het Bisdom Luik. Ze zagen waarschijnlijk een toekomstig priester in mij. Slegers zorgde ervoor dat ik het voorbereidend jaar niet moest doen. De Vlamingen moesten er normaal een voorbereidend jaar doen. Slegers had mij al Frans geleerd, dus ik was weer een jaartje vooruit".
Juul gaat er op internaat en dat regelmatig leven bevalt hem wel.
"Ja, dat was een mooie tijd. Het bisdom stuurde kandidaat-priesters naar Leuven en zo deed ik mijn kandidatuur in school Leo XIII. Ik had graag Germaanse gedaan maar het werd uiteindelijk klassieke filologie en ik volgde daarnaast ook nog filosofie. Voor de licentie heb ik uiteindelijk filosofie gekozen. In mijn laatste jaar heb ik een paar keer interim gedaan in het college van Beringen. Ik gaf er Grieks en Frans".
Zo kreeg Juul de smaak te pakken om les te geven en gaat het priesterschap aan hem voorbij.
College
"Het college van Beringen trok me eigenlijk niet echt aan maar het toeval besliste anders. Een oud-leraar van mij uit Sint-Truiden was naar Beringen gestuurd en was er niet graag en vroeg mij om naar Beringen te komen. Hij mocht van het bisdom Beringen verlaten als er een licentiaat in de plaats kwam. Zo kwam na mijn legerdienst de ruil tot stand. De eerste jaren gaf ik Grieks, Nederlands en geschiedenis maar uiteindelijk werd het meer en meer geschiedenis".
En zo kennen verschillende generaties jongeren van Beringen Juul, als een begeesterd leraar geschiedenis. Hij kon heel enthousiast historische verhalen vertellen maar ook de datums moesten geleerd worden. En dat was voor veel jongeren het minder leuke aan het vak geschiedenis.
Vlaamse zaak
Leerkrachten en priesters werden destijds opgeleid in het Frans en hadden het gevoel dat ze als Vlamingen werden achteruit gesteld.
"Ook ik heb dat zelf ondervonden. Het flamingantisme zat er bij veel leraars dus wel in. 'Leuven Vlaams' was wel een item waar we voor vochten".
Het college van Beringen was een begrip en groeide van een streng katholieke school naar een meer open plek. In de jaren tachtig werd de school gemend. De dochter van Juul was het eerste meisje in het college.
"De dag begon in de jaren zestig toen ik startte als leerkracht nog elke dag met een mis. Veel van de leraars waren trouwens priesters. En er waren in Beringen wel een paar priesters die erop klopten, dat had ik in Sint-Truiden nooit gezien.
Ik kwam trouwens niet zo goed overeen met een paar van die priesters, Carreyn en Proesmans lagen me helemaal niet. De sfeer werd later wel beter. Er kwamen meer en meer leken en de dagelijkse missen werden afgeschaft. We kregen wel kansen om onze eigen creativiteit te tonen. Denk maar aan toneel of filmweken die werden georganiseerd. Het college heeft ondanks alles
(ref. Godvergeten) veel te danken aan de priesters, ze waren niet allemaal slecht, integendeel.
Juul blikt zo met tevredenheid terug aan zijn jaren in 't kot.
"Het college van Beringen, het was een echt mooie tijd".
(Hans Put)