Als de
Sinterklaassnoepjes pas door ons waren verorberd, dan kwamen Kerstmis en Nieuwjaar er al aan. In de bescheiden arbeiderswoning waarin ik opgroeide in de Zuidstraat in Beverlo was dat altijd de periode dat de voorste plaats, ook wel ‘de goei plaats’ genoemd, in gebruik werd genomen. Generatiegenoten zullen wel weten wat ik bedoel. Vandaag wordt het hele huis het ganse jaar door gebruikt maar destijds was het uitzonderlijk dat de voorste plaats benut werd. Het was alsof er dan een deur open ging naar een geheime plaats. Ik vond dat spannend. Mijn ouders lieten dan het vuur branden in het mooie kacheltje dat daar de meeste tijd van het jaar werkloos stond, de kerstboom werd er gezet en plots werd dat salon een bijzonder gezellig deel van ons huis. Nu, zovele jaren later, begrijp ik nog steeds niet waarom die knusse kamer zo weinig werd gebruikt. Nadien werd de muur tussen de achterkeuken en het salon gesloopt en zaten we plots in ‘de living’ met centrale verwarming. Een logische vooruitgang maar met toch dat gemis aan die eerdere gezelligheid.
Het versieren van de kerstboom was steeds een moeilijk moment. Vooral de kerstlampjes lagen dwars. De kerst voordien brandden ze nog, bij de test voor ze in de boom zouden worden gehangen was alles nog in orde, maar eens in de boom ging het licht uit. Het herstellen van het lichtsnoer was haast een even groot ritueel als de rest van de kersttradities. Dan werd de zogenoemde ‘platte pil’ met 2 koperen strips uit de kast gehaald. Dat ‘platte’ refereerde niet naar het feit dat ze energieloos was maar naar de rechthoekige vorm. Met behulp van een schroevendraaier werd ieder lampje getest. Wie herkent deze hilarische toestanden niet! De ultieme kerstboodschap ‘Vrede op aarde’ was dan soms ver te zoeken en werd flagrant met de voeten getreden want niet zelden ontstonden er pittige discussies. Er hing elektriciteit in de lucht maar helaas niet altijd in de kerstboom. Vandaag leven we in een wegwerpmaatschappij en worden er meteen nieuwe kerstboomlampjes gekocht. Dat was toe even anders. Alles werd in het werk gesteld om het licht terug te laten branden.
Vandaag is de kerstboomversiering minder breekbaar dan vroeger. Laat je nu een bal vallen, dan is de kans klein dat hij stuk is. Uit mijn kindertijd zal ik de kerstperiode altijd associëren met die doffe
pats als er weer eens kerstbal sneuvelde. Verslijten deed er niets. Het ging allemaal kapot. Ik kan mij ook niet herinneren dat er een pakje onder de kerstboom lag. Ik denk dat de Kerstman nog niet bestond. Mijn broer en ik kochten weleens een klein geschenk voor onze ouders maar veel stelde dat niet voor. Het was ook de tijd dat cadeaubonnen onbestaand waren en online shoppen science fiction was.
Net voor de kerstvakantie werden in de jongensschool ook de nieuwjaarsbrieven geschreven. Dat gebeurde met inkt en pen. Je kon er donder op zeggen dat op iedere brief wel een inktvlek werd gemaakt. Die werd dan met man en macht weggewerkt want een nieuwe brief kopen was geen optie. Ik denk dat ik zelden voor ouders en grootouders een brief heb voorgelezen die vlekvrij was. Ach, waar is de tijd. Uiteindelijk zijn het fijne kerstherinneringen die helaas nooit meer terugkomen.
Ik wens alle bezoekers van Internetgazet Beringen en de lezers van Losse Flodders een aangenaam kerstfeest en een spetterende jaarovergang.
(Martin Vanierschot