Op vrijdag 16 oktober nam de
Vlaamse Regering op voorstel van minister Matthias Diependaele de beslissing om over te gaan tot het
gedeeltelijk opheffen van de bescherming van kolenwasserijen 1 en 3 nadat bij de stad Beringen een omgevingsvergunningsaanvraag ingediend wordt voor de sloop van de bovenbouw van de kolenwasserijen en de bouw van een vervangend volume.
Deze beslissing verbaast Groen enigszins. "We ontvingen van het team van de Vlaamse Bouwmeester het rapport dat vorig jaar werd opgesteld in kader van de consultatieronde die door toenmalig bouwmeester Leo Van Broeck werd georganiseerd over de kolenwasserijen. In die consultatieronde werden erfgoedverenigingen, architectenbureaus, Be-MINE, LRM en de stad Beringen betrokken.
In het rapport van de bouwmeester komt men tot een consensusscenario waarbij voorgesteld wordt om de huid en eerste paar traveeën van kolenwasserij 1 te behouden en de kern te ontpitten, waarna in de kern van kolenwasserij 1 een nieuw volume kan ingebracht worden. Op die manier kan herbestemming mogelijk gemaakt worden voor kolenwasserij 1 en kolenwasserij 3 met optimaal respect voor de erfgoedwaarde van de gebouwen. Dit scenario zou volgens het rapport van de bouwmeester nog verder ontwerpend onderzoek vergen, waarbij ook aandacht gaat naar het bewaren van een deel van de uitrusting van de kolenwasserijen.
De bouwmeester toetste dit consensusscenario ook af met het Agentschap Onroerend Erfgoed en het agentschap kwam tot de conclusie dat deze oplossing in overeenstemming is met het huidig beschermd statuut van de kolenwasserijen. Wanneer dit consensusscenario wordt uitgevoerd, moet de bescherming van de kolenwasserijen met andere woorden niet opgeheven worden omdat het erfgoed daarbij voldoende intact en bewaard blijft. De bouwmeester benadrukt in het rapport uitdrukkelijk dat er voor dit consensusscenario een draagvlak bestaat. Er wordt echter ook gewezen op de nood aan verder onderzoek om verschillende herbestemmingsscenario’s te bepalen.
In een gemeenschappelijke reactie haalden acht erfgoedverenigingen al aan dat in de beslissing van minister Diependaele te weinig rekening gehouden wordt met voorgaande elementen uit het rapport van de bouwmeester. Wij kunnen deze analyse enkel bijtreden. De beslissing van de minister zet de deur open naar een sloop van een groot deel van de kolenwasserijen waardoor dit gebouw en de uitrusting definitief verdwijnen. Dit terwijl het rapport van de bouwmeester duidelijk een ander scenario naar voor schuift waarbij de bescherming niet moet opgeheven worden", geeft Meral Özcan (Groen) als introductie.
Omdat ook de stad Beringen in de verdere afwikkeling van dit dossier een belangrijke rol zal moeten opnemen, stelde Groen volgende vragen:
- Wat is het standpunt van het schepencollege over de beslissing van minister Diependaele, waarbij een groot deel van de kolenwasserijen toch zullen gesloopt worden?
- Zal de stad Beringen zelf een actieve rol opnemen in het organiseren/faciliteren van een herbestemmingsonderzoek? Bijvoorbeeld via een onafhankelijk intendant, zoals de acht erfgoedverenigingen voorstellen?
- Is de stad Beringen bereid om alsnog bij minister Diependaele en de Vlaamse Regering aan te dringen op een herziening van de beslissing van vorige maand en een nieuwe beslissing voor te stellen die volledig geënt is op het consensusscenario van de bouwmeester waarbij de bescherming van de kolenwasserijen niet opgeheven moet worden en de erfgoedwaarde optimaal behouden kan blijven?
- In welke mate zullen erfgoedverenigingen en de GECORO betrokken worden in het traject naar de omgevingsvergunningsaanvraag voor een herbestemming van de kolenwasserijen, zodat ook adviezen van deze deskundigen kunnen meegenomen worden?
Burgemeester Thomas Vints gaf een uitgebreid overzicht van de stand van zaken in dit dossier.
"Het schepencollege kan zich vinden in deze beslissing. Vooreerst wordt hierdoor een duidelijk kader aangegeven hoe met dit bijzonder en grootschalig erfgoedcomplex dient ten worden omgegaan. Belangrijk is ook dat expliciet het behoud van de beeld- en identiteitswaarde als randvoorwaarden worden aangegeven. Het dient immers opgemerkt dat het o.a. deze elementen waren die het schepencollege in 2017 hebben doen beslissen om geen vergunning af te leveren voor de sloop van kolenwasserij 1. Bovendien biedt het budget, dat de Vlaamse Regering bijkomend vrijmaakt voor het project, mogelijkheden om tot een duurzame herbestemming te komen", stelt Vints.
"In uw vraagstelling geeft u aan dat er 'een groot deel van de kolenwasserijen toch zullen gesloopt worden'. Dit is niet correct. De kolenwasserijen 2 en 4 zijn en worden momenteel gerestaureerd, samen met lading en losvloer. Voor de kolenwasserijen 1 en 3 wordt minimaal de sokkel behouden waarop een vervangend nieuw volume moet komen. Hierdoor zal het gehele kolenwasserijencomplex in zijn monumentale verschijningsvorm behouden blijven.
Het zal uiteraard een uitdaging zijn om tot een haalbaar en gedragen project te komen. De stad wenst hierin zijn bijdrage te leveren. Daarom heeft het schepencollege op 22 oktober 2020 beslist om over te gaan tot het aanstellen van een projectregisseur en kwaliteitskamer om de verdere ontwikkeling op en rond de mijnsite van Beringen onderling af te stemmen en te zoeken naar synergie", vertelt de burgemeester nog.
Het project van de kolenwasserijen zal zo een belangrijk deel van de opdracht van de projectregisseur en kwaliteitskamer zijn.
"Hierbij geloven wij dat het verbreden en het bundelen van kennis en ervaring kunnen bijdragen om tot een goede en duurzame oplossing te komen. Daarom zal ook worden gekozen voor een procesmatige aanpak waarin alle stakeholders worden betrokken, onder regie van de projectregisseur en een kwaliteitskamer met experten uit diverse disciplines. In deze procesmatige aanpak zullen o.a. erfgoedverenigingen en Gecoro worden betrokken. Hiermee wensen we ook verder te bouwen op de constructieve houding die de Vlaamse Bouwmeester bij alle partners tijdens zijn consultatieronde heeft vastgesteld", zegt Vints nog.