Bij het overlopen van mijn lijst geschreven Losse Flodders, was mijn ontsteltenis groot toen ik vaststelde dat ik nog geen enkel cursiefje had geschreven over wielrennen. En dat is samen met voetbal, zoals bij vele echte Belgen, mijn favoriete sport. Die liefde voor de fiets kreeg ik mee van thuis. Wij fietsten heel veel. Bovendien was mijn vader heel zijn leven hevig supporter van de lokale beroepsrenner Rik Luyten. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat mijn eerste herinneringen aan de wielersport te maken hadden met deze wielrenner die vooral schitterde in de kermiskoersen zoals de regionale wedstrijden toen werden genoemd. Altijd was een wielerwedstrijd, ook in de jeugdcategorieën, gelinkt aan een kermis. In 1958 oversteeg Rik Luyten ruim zijn lokale bekendheid door in de Ronde van Spanje 2 ritten te winnen. Ik was toen 10 jaar en herinner me nog de krantenknipsels die het gevolg waren van dit exploot. Ik was verkocht en bleef voor Rik Luyten supporteren tot hij de fiets aan de haak hing. Helaas stierf hij veel te vroeg kort na het einde van zijn loopbaan. De tijd was ondertussen in de jaren ’60 aangekomen en The Golden Sixties zitten in mijn herinnering als gouden wielertijden. Er waren vele wielerclubs actief die onwaarschijnlijk veel wedstrijden organiseerden en bovendien telde elk dorp wel één of meerdere renners. Mijn broer en ik sprongen tijdens het wielerseizoen vaak tot twee keer per weekend op de fiets om in de regio een wedstrijd te gaan bekijken. We kenden vele jonge renners en zeker ook de profs die in die jaren vaak in de buurt hun koersen reden. Zo waren Roger Blockx en Ronny Claes voor ons toppers. Later ook Frank Corvers. Vergelijk dat eens met vandaag. Er zijn veel minder renners actief en het aantal wedstrijden is drastisch verminderd. Vroeger werden jonge wielrenners ook veel minder in de watten gelegd. Het beeld van de jonge renner die per fiets met de rugzak naar een wedstrijd kwam, zit voor altijd in mijn geheugen. Opvallend was ook dat de Italiaanse gemeenschap in Beringen-Mijn een aantal wielrenners telde. Deze tekst is geen wielerencyclopedie voor West-Limburg, is dus allesbehalve volledig als het namen van lokale coureurs betreft, maar moet de lezer(s) doen nadenken over hoe het vroeger was. Het herinneren van namen is nu aan de orde. Voor de jonge generaties is dat wat moeilijker. Als we 1958 als startjaar nemen , dan zijn we vandaag precies 60 jaar later en opnieuw schittert er een profwielrenner wiens roots in Beringen liggen. Tim Wellens is een telg uit de Wellens-wielerdynastie. Zijn vader Leo en diens broers Johan en Paul , groeiden op in Beringen en waren alle drie prof. Tim is geboren en getogen in Sint-Truiden maar alle Beringenaren die besmet zijn met de wielermicrobe sluiten hem graag in de armen als ‘een van ons’. Ook in de wielersport is de cirkel zo rond als een fietswiel. Het kan decennia duren maar eens komt er een moment voor een nieuw monument. Laten we fier zijn op de prestaties van Tim Wellens. Wie weet tot wat hij nog allemaal in staat is. Zijn palmares oogt nu al zeer mooi. (Martin Vanierschot)