Ons land ging de laatste weken door een periode van strenge vrieskou met een bijtende oostenwind. Wij Belgen denken dan aan onze brandstofrekening maar in het ijsland bij uitstek, bij onze noorderburen de Nederlanders, gaan ze na verloop van tijd dromen van de mythische Elfstedentocht. Voor hoog in Friesland durft ik dan de term ‘het heilige ijs’ gebruiken. Wij hebben hier geen traditie als het over schaatsen op natuurijs gaat maar in het noordelijke Friesland, voor het gemak kan het ook vriesland genoemd worden, begint het te kriebelen als zich op de Friese waterlopen al een laagje ijs begint te vormen. Hoe uitzonderlijk deze schaatsmarathon is bewijst het feit dat er met de eerste editie in 1909 en de laatste in 1997 slechts 15 keer een Elfstedentocht werd geschaatst. Tijdens mijn leven zijn er dat 5 geweest. Van de tochten in 1954 en 1956 herinner ik mij niets. In 1963 was de televisie voor het eerst op de afspraak en dat weet ik nog. Ene Reinier Paping won. Toen beleefden we hier in België ook een zeer strenge en lange winter. Het Albertkanaal, dat toen smaller was dan vandaag, vroor dicht en er kwamen ijsbrekers aan te pas om het bevaarbaar te maken. Dat is nadien nooit meer gebeurd. Voor de volgende Elfstedentochten was het wachten tot 1985 en 1986 en die werden beiden gewonnen door Evert Van Benthem. Dat blijft uniek. De voorlopig laatste tocht vond plaats in 1997 met als winnaar Henk Angenent. De televisieaandacht was toen al enorm. Op het ijs zijn de Belgen geen helden maar als het over spreekwoorden gaat met als thema ‘ijs’ dan zijn ze wel op de afspraak. “Het ijs is gebroken”, je kan het beleven als je op een exotische vakantiebestemming bij warme temperaturen met een mooie dame flirt. Hoe gek is die tegenstelling? Nergens ijs te zien behalve dan misschien in een lekkere cocktail! Het kan best zijn dat je in die omstandigheden “een scheve schaats” aan het rijden bent en je “op glad ijs begeeft”. Als de date niet leidt tot wat je in je wildste dromen had gehoopt, dan ben je “door het ijs gezakt”. Dat komt er van als je op een “ijskonijn” botst. Het kan zijn dat het je bij tropische temperaturen, want we zitten nog altijd in een lekker zomers vakantieoord, ijskoud laat maar dat lijkt me naar je vrienden toe iets moeilijker om toe te geven. Als één van hen dan vraagt of je nog een ijsje wil, dan kan dat weleens in het verkeerde (keel)gat schieten omdat je met een andere combinatie van deze woorden iets meer avontuurlijks in gedachten had. Ik zit niet meer te wachten op deze frivole ontwikkelingen maar een Elfstedentocht zou ik in mijn leven toch nog eens willen meemaken, natuurlijk niet als deelnemer maar lekker warm voor de buis.
(Martin Vanierschot)