Het Davidsfonds organiseert vanavond in De Priool een "uchteravond" over de
Dodendraad. Om de beletten dat Belgische weerplichtige jonge mannen en spionnen over de grens trokken besloten de Duitsers in 1915 een grenszone af te bakenen door middel van een elektrische draadversperring. Deze volgde het kanaal, maar liep vanaf de grens met Beek naar de Breeërkiezel bij Kulen en liep helemaal om het dorp heen: Bocholt lag helemaal in de grenszone. Blijkbaar voldeed deze versperring niet en al in 1916 verplaatste de bezetter de dodendraad naar de grens met Nederland. Schakel- en wachthuisjes en barakken voor de Duitse soldaten werden er opgericht.
Ook in Bocholt eiste de dodendraad zijn tol. Zestien pogingen om door de draad te geraken met dodelijke afloop zijn bekend, maar het moeten er meer geweest zijn. Zo noteerde men eind maart 1917 aan de grens tussen Achel en Maaseik het 100ste slachtoffer van dat jaar. Enkele weken na de wapenstilstand was er van de dodendraad niet veel meer te bespeuren. De boeren lieten er geen gras over groeien: zij konden de palen en draden best gebruiken…
Wim Cuppens van de heemkundige kring van Bocholt brengt straks het verhaal van de Doodendraad in Bocholt en Kaulille.
Donderdag gaan schoolkinderen in Weert,
Bocholt, Kinrooi, Leudal en Maasgouw
witte krokussen planten langs delen van de grens. De kinderen uit Bocholt en Weert starten samen op het Smeetshof in Bocholt. De organiserende stichting Verhalis heeft een lessenpakket samengesteld zodat het verhaal van de Dodendraad aan de schoolkinderen uitgelegd kan worden.