Kaulillenaar Jef Bloemen verwierf in en rond Namen respect met een waslijst aan verzetsdaden. Hij was medeoprichter van een verzetsgroep van Naamse rijkswachters. In zijn kapelanij verborg hij onderduikers, geheime documenten, wapens, stempels om documenten te vervalsen, enzovoort. Hij verdeelde de illegale krant La Libre Belgique. Door zijn hulp konden vele tientallen jongeren van arbeidsdeportatie naar nazi-Duitsland worden gered.
Met een dergelijke staat van dienst zou je verwachten dat officiële erkenning een fluitje van een cent werd. Maar dat pakte anders uit. In haar zitting van 18 december 1947 weigerde de controlecommissie in Dinant Bloemen zijn erkenning als gewapend weerstander van het Geheim Leger. Als priester had hij immers nooit wapens gedragen! In Yvoir, waar Jef Bloemen op dat moment rector van een weeshuis was, werd die beslissing zelfs openbaar uitgehangen.
De geestelijke protesteerde met volle kracht:
“Ik heb als priester inderdaad nooit een wapen gebruikt, maar voor het Geheime Leger heb ik in mijn woonst wel massa’s wapentuig verborgen! Respecteer a.u.b. uw patriotten die duizend keer hun leven riskeerden voor het vaderland!”
Ook zijn gewezen oversten uit het verzet sprongen voor hun medestrijder in de bres. Ze schreven protestbrieven, stelden ondertekende getuigenissen op en verklaarden dat zij desnoods onder ede voor de commissie wilden worden ondervraagd. De commissie draaide bij. Op 13 mei 1948 werd Kaulillenaar Jef Bloemen officieel erkend als gewapend weerstander van het Geheim Leger.
Maar voor die erkenning hadden hij en zijn medestanders wel hard moeten knokken. Bij de Amerikanen en de Engelsen was dat heel wat soepeler verlopen...
Jef Vanbussel
Foto boven: E.H. Bloemen bij zijn huldiging in Namen.
Eerste foto hieronder: gestolen Duits document voor vrijstelling van deportatie naar Duitsland.
Tweede foto: gestolen Duitse stempels.
Derde foto: een vervalst legitimatiebewijs voor een tijdelijke postbode (facteur temporaire).
Bronnen: privé-archieven; archief Vers l’Avenir.