De arbeiders! Ziet ge, na ’t dagelijksch werk, op den steenweg voorbijgaan, mager, bleek, ontvleeschd, met hoofden als van dooden! Het zijn als zwervende lijken. Men telt er geen ouderlingen onder. Na tien of twaalf jaren in de fabriek gewroet te hebben is hun organisme geknakt. Op veertigjarigen ouderdom zijn het afgeleefde wezens, onbekwaam tot den minst vermoeiende arbeid. Zij zijn versleten, ten einde, en hunne mannelijke kracht zowel als hun geestvermogen verwelken.Zo beschreef
August De Winne in
1912 de arbeiders die de
Arsenicumfabriek in Reppel (ook bekend als 'het Groot Fabriek' verlieten na hun zware dagtaak. Hier werd arseen geproduceerd, een giftige stof die gewonnen werd uit een erts afkomstig uit Marokko. In 1970 sloot de fabriek, in 1992 moest het domein onteigend worden opdat de zwaar verontreinigde site kon gesaneerd worden. In 2001 werd de grond afgedekt om de omgeving te beschermen tegen de arseenvervuiling, dit jaar wordt de sanering van de grond en het grondwater opgestart.