Commentaar
Het bericht dat de studie rond de IJzeren Rijn pas in mei 2017 zal klaar zijn, zal maar weinigen echt nog raken. Hoe dat komt? Al tientallen jaren duikt dat dossier, net zoals het monster van Loch Ness, even op in het nieuws, om dan langzaam weer in de vergetelheid te belanden.
Tot nog toe was het vooral de Nederlandse regering die haar kont tegen de krib zette. Men vreest in Den Haag dat een vernieuwde IJzeren Rijn de haven van Rotterdam zal benadelen, ondanks het feit dat men jaren geleden de Betuwelijn heeft aangelegd. Maar ook aan Waalse kant is er forse tegenwind omdat men daar vreest voor de teloorgang van de Montzenlijn, die langer is dan de afstand die de IJzeren Rijn moet overbruggen tussen Antwerpen en het Ruhrgebied.
Alleen de haven van Antwerpen is voor 200% voorstander om de slapende verbinding terug tot leven te wekken. Elders is de animo gering. Ook in Noord-Limburg, laten we eerlijk zijn.
Het zou natuurlijk voordelen opleveren, daar niet van. We zouden vanuit Antwerpen opnieuw een dubbel spoor krijgen waarop treinen elektrisch zouden kunnen rijden. De treinritten naar en van Antwerpen zouden comfortabeler en sneller worden.
Maar daar staan nogal wat nadelen tegenover. De regio Noord-Limburg zou op economisch vlak weinig aan de nieuwe verbinding overhouden. Een overslagterminal, zoals enkele jaren geleden door Lommel geopperd, zou teveel geld kosten en mogelijk meer negatieve dan positieve kanten hebben. Het verkeer zou tientallen keren per dag voor een gesloten overweg komen te staan. In Neerpelt-centrum zou men even zoveel keren gezegend worden met het lawaai van passerende goederentreinen - geen treinen van een twintigtal wagons, maar met een lengte van een kilometer of meer.
Zitten we daarop te wachten? (PP)