Als iemand die opgroeide in Noord-Limburg maar nu in Zuid-Afrika woont, denk ik vaak aan de
interessante verbindingen tussen mijn oude en nieuwe thuis. Het is een verhaal van verschillen en
overeenkomsten, gevormd door de geschiedenis en cultuur van beide plaatsen.
Hoewel Afrikaans en Vlaams op het eerste gezicht misschien mijlenver uit elkaar lijken te liggen, delen ze
in werkelijkheid een aantal opvallende gelijkenissen die een diepgaande band tussen de twee talen
onthullen.
Afrikaans ontstond toen Nederlandse kolonisten naar Zuid-Afrika kwamen en hun taal meebrachten. In
de loop der tijd kreeg het zijn eigen kenmerken door invloeden van andere talen en de geschiedenis van
het land. Het is een eenvoudige en kleurrijke taal die de diversiteit van Zuid-Afrika weerspiegelt.
Afrika herbergt ongeveer 16% van de wereldbevolking en maar liefst 30% van het totaal aantal talen op
aarde. Met tweeduizend verschillende talen behoort Afrika tot de meest taalrijke regio’s van de wereld.
Het is geen nieuws dat Zuid-Afrika maar liefst elf officiële talen kent. Behalve Engels en Afrikaans,
worden er nog negen Bantoetalen gesproken.
Noord-Limburg heeft zijn eigen dialecten, die soms anders zijn dan het Nederlands dat elders in België
wordt gesproken. Het “Limburgs” heeft zijn eigen woorden en grammatica, maar vormt toch een
verbinding met het Nederlands.
De grammatica van het Afrikaans is een stuk eenvoudiger dan die van het Nederlands en vertoont
invloeden van Aziatische talen en Portugees.
Zo worden werkwoorden niet vervoegd (ek is, jy is, ons is), en heeft Afrikaans dubbele negatie, oftewel
twee ontkennende woordjes betekenen 1 keer ‘niet’ (ek het dit nie gedoen nie).
Veel mensen spreken dus Engels, maar slechts 9% van de Zuid-Afrikanen heeft het als moedertaal.
De gemiddelde Zuid-Afrikaan is trots op zijn of haar vermogen om zuiver Engels te spreken. Ja, ja!! Je
moet echter niet raar staan te kijken, wanneer je de weg vraagt het antwoord dat je krijgt is:
“You go left
where you see that bakkie at the robot.” Je weet toch niet wat je hoort! Je moet dan echt wel weten dat
“bakkie” een pick-up truck is en een “robot” een verkeerslicht.
Laten we samen genieten van de verrassende wendingen die taal kan nemen! Of het nu gaat om een
zeekoei die eigenlijk een nijlpaard is, of dat we ontdekken dat tabasco in het Afrikaans '
brandbeksous' is.
En wat dacht je van '
baba', wat simpelweg 'baby' betekent? Een
“broeikas voor baba's” noemen we dan
natuurlijk een couveuse.
En laten we de eenvoudige schoonheid niet vergeten: een
vistenk is een aquarium. En heb je ooit geweten
dat een
kameelperd eigenlijk gewoon een giraffe is?
Ten slotte, wanneer je een '
padstal' tegenkomt, weet dan dat het gewoon een gezellig wegrestaurant is.
Afsluiten doe ik graag met mijn favoriete woord, dat me doet terugdenken aan de mooie tijden op de kermis in Peer: een
spookasem... oftewel, een suikerspin!
Annick HELSEN