Een burgemeester had aan de vooravond van de gemeenteraadsverkiezingen een aantal mails met verkiezingspropaganda verstuurd. Niet tot eenieders tevredenheid omdat de burgemeester de e-mailadressen had verkregen via een architecte die voor haar klanten per mail een afspraak over een verkavelingsvergunning vroeg. Er volgden twee klachten bij de
Gegevensbeschermingsautoriteit die sinds een jaar waakt over het gebruik van persoonsgegevens en privacy.
Voor de geschillenkamer van die instantie erkende de burgemeester de e-mailadressen ongevraagd te hebben gebruikt voor verkiezingspropaganda. Maar, opperde hij, volledig te goeder trouw. Hij had de e-mails verstuurd na een bespreking van het verkavelingsdossier tijdens een huisbezoek bij één van de klagers en had geen besef van de impact van de nieuwe privacywetgeving. De klagers wisten echter van geen huisbezoek en de geschillenkamer vond dat een publieke figuur als een burgemeester moest weten dat de bescherming van persoonsgegevens een grondrecht is voor elke burger. De burgemeester had een verregaande nalatigheid begaan en kreeg een geldboete van 2.000 euro. Een eerder gering bedrag, aldus de geschillenkamer, omdat de impact van de inbreuk en het aantal betrokkenen eerder klein was.
Aan alle burgemeesters, bezint eer ge verzendt.
Jan BOULY (De auteur is advocaat)