Meer dan tien jaar nadat een sociale huisvestingsmaatschappij aan één van haar huurders een appartement ter beschikking had gesteld, vernam zij dat de bewuste huurder al die tijd eigenaar was van een onroerend goed in Marokko. De maatschappij zegde de huur prompt op en eiste ook de terugbetaling van de sociale kortingen die de huurder al jarenlang genoot, een bedrag van 29.331 euro.
Voor de vrederechter haalde de huisvestingsmaatschappij echter bakzeil, omdat niet vaststond dat de huurder bewust of frauduleus informatie had achtergehouden. Ze bleef echter aandringen op terugbetaling en ging in beroep bij de rechtbank van eerste aanleg in Antwerpen. De huurder erkende dat hij een onroerend goed had in Marokko, maar wees de rechtbank erop dat hij geen Nederlands sprak of begreep en niet kon lezen of schrijven. Hij wist ook niet dat iemand die al rechten heeft op een onroerend goed (eigendom of vruchtgebruik), niet in aanmerking komt voor een sociale woning.
Allemaal best mogelijk, vond de rechtbank, maar ze wees de huurder erop dat hij zowel een verklaring op eer als een huurovereenkomst had ondertekend. En, zo voegde de rechtbank eraan toe, mocht hij er allemaal niets van begrepen hebben, had hij uitleg of een vertaling kunnen vragen. Bovendien wordt iedereen geacht de (in dit geval Vlaamse) wetgeving te kennen. Toch moest de huurder van de rechtbank geen 29.331 euro terugbetalen, doch slechts 7.671 euro. De verplichting tot terugbetaling van ten onrechte genoten sociale kortingen was tijdelijk afgeschaft en pas recent opnieuw ingevoerd door de Vlaamse overheid.
Blijkbaar is het niet alleen voor Marokkanen, maar ook voor Vlaamse huisvestingsmaatschappijen geen gemakkelijke klus om de wet toe te passen...
Jan BOULY
(De auteur is advocaat)