Thuiswerken was nog nooit zo gewoon. Het kent veel voordelen, maar ook nadelen zoals minder contact met collega’s. Daarom is hybride werken steeds meer in trek. Met een goede thuiswerkplek, een up to date internetverbinding én de juiste energiebalans vinden werknemers en werkgevers hun weg in de verdeling tussen thuis en op locatie werken.
Internet vergelijken loont om een zo snel mogelijke een thuiswerkplek van een snelle en betaalbare verbinding te voorzien. Daarnaast is een goed ingerichte werkplek van belang. Goed betekent in dit geval een gezonde en veilige plek. Een thuiswerkplek die ergonomisch verantwoord is met een bureau dat op de juiste hoogte kan worden afgesteld, een goede bureaustoel, de vereiste technische middelen (een ergonomische muis, computer op ooghoogte), en de juiste verlichting.
Naast deze noodzakelijke voorzieningen vraagt hybride werken ook om een juiste balans om het werk, verdeeld over twee locaties, zo effectief mogelijk uit te kunnen voeren. ArboNed, de organisatie die MKB-ondernemers ondersteunt bij het voorkomen en verlagen van verzuim, ontwikkelde hier een model voor, het zogenoemde JD-R model. Dit staat voor het Job Demands-Resources model. Het model brengt twee zaken in beeld. Als eerste zijn dat de stressoren ofwel de eisen die het werk stelt, die energie kosten. Als tweede zijn het de energiebronnen, werkgerelateerde zaken die energie opleveren. Zowel werkgever als werknemer zouden er samen voor moeten zorgen dat deze aspecten ook bij hybride werken in balans zijn.
Geef werknemers de ruimte hun werkweek zelf in te richten
Eén van de voorwaarden voor prettig werken is zelf kunnen bepalen waar en wanneer er wordt gewerkt. Hybride werken geeft werknemers meer zelfstandigheid. Ze kunnen hun werk inrichten op een manier die bij hen past. Als dat op een goede manier gebeurt, is dat niet alleen bevorderlijk voor het werkplezier, maar ook voor de productiviteit. “Werknemers die energie krijgen van hun werk, ervaren over het algemeen minder stress, zijn productiever, meer tevreden en melden zich minder vaak ziek,” zo meldt ArboNet.
De meeste werknemers zullen kiezen voor blijvend hybride werken. Wekelijks een aantal dagen thuiswerken en een aantal dagen op kantoor. Het gaat volgens het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) om veertig tot zestig procent van het aantal thuiswerkers dat na de coronacrisis voor een groot deel of definitief kiest voor deze hybride werkwijze. Deze conclusie volgt uit eigen onderzoek (2020) en het verzamelen van verschillende data. Het KiM, officieel het adviesorgaan dat het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat adviseert over mobiliteitsvraagstukken, geeft hiermee blijk van een behoefte aan thuiswerken, maar óok een behoefte aan werken op kantoor. Dat heeft onder andere te maken met het contact met collega’s. Alleen maar thuiswerken moet je kunnen. Dagenlang in je eentje aan een bureau in de logeerkamer werken, kan niet iedereen.
Hybride werken wordt gezien als blijvend
Kijken we naar de cijfers dan werkte in 2013 ruim een derde (34 procent) van alle werkenden thuis, in 2019 bijna twee vijfde (39 procent), zo meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Naar verhouding zijn de meeste thuiswerkers te vinden onder managers, mensen met een creatief of taalkundig beroep, zoals vertalers, tekstschrijvers, beeldend kunstenaars en zangers, en met een ICT-beroep. Bij de meeste thuiswerkers gaat om gemiddeld zo’n 34 uur per week.
Hybride werken, waarbij werknemers voor een deel thuis en voor een deel op locatie werken, blijkt echter bij steeds meer werkgevers en werknemers de voorkeur te hebben en komt ook steeds vaker voor. Binnen verhuur en handel van onroerend goed en bij reclamebureaus en administratiekantoren, zien veel ondernemers hybride werken als blijvend.
(Buiten de verantwoordelijkheid van de redactie)