Op
het WK van 1994 in de Verenigde Staten speelden de Belgen hun eerste
twee groepsmatchen in Orlando. Een heerlijke stad! Wij ontdekten al snel
Church Street Station, een straat die je kan vergelijken met de Oude
Markt in Leuven, met alleen maar cafés. De supporters van alle landen
kwamen daar elke avond samen. Het was de speelstad van de Belgen, de
Nederlanders, de Mexicanen en de Ieren, allemaal feestvolkeren. De
kroegen hebben daar ongetwijfeld een extra jaaromzet gedraaid. Voor de
Belgische supporters was er ook reden tot feesten: de Rode Duivels
wonnen hun eerste match van Marokko met een goal van Marc Degryse.
Helaas kennen de Amerikanen zelf niks van voetbal. Maar dan ook echt
niks. Ik volgde in de lobby van het hotel een match. Een Amerikaan zat
er al een half uur naar te kijken als een koe naar een trein. Daar
vroeg hij plots: ‘Hoe vaak mogen ze naar elkaar een pass geven
vooraleer ze naar de goal moeten sjotten?’ Ik heb hem de buitenspelval
maar niet uitgelegd… Het stoorde de man ook dat de match niet werd
onderbroken voor reclame. Zo ver zijn ze daar dus.
En hun aardrijkskunde is ook al niet geweldig. We waren - met petjes met ‘Belgium’ op - aan het wandelen naar het stadion. Naast ons vroeg een meisje aan haar moeder: ‘Mama, Belgium, where is that?’ En de mama antwoordde: ‘I’m not sure, I
think it’s in South America." Zucht…
Gert GOMME