Al ooit zulk een reeks prachtige herfstdagen beleefd? Ik alleszins niet en ik heb er toch al heel wat achter de rug. En zo’n weer nodigt uit tot een wandeling of – in mijn geval, wegens kapotte knie – een flinke fietstocht. Ik haalde dus vanmorgen weer mijn tweewieler van de stal en vergat nu eens niet om de kilometerteller op 0 te zetten. A ja, je wil straks toch weten hoeveel je er deze keer weer afgemalen hebt.
Ik kies de richting Leopoldsburg. Waarom? Mijn vrouw heeft me een nieuwe zonnebril opgedrongen en als je op deze tijd van de dag die kant op fietst, schijnt de zon recht in je ogen. Dan komt zo’n ding goed van pas! “Hoe heb ik dit ooit kunnen doen toen ik nog geen zonnebril had?” vroeg ik me af.
En wat een kleurenpalet! De bomen zijn weliswaar al een flink deel van hun tooi kwijt, maar er blijft genoeg over om je te verbazen met een explosie van geel-, oker-, bruin-, rood en oranjeschakeringen.
Als ik alleen ben – en ik fiets het liefst van al alleen – kan ik dan niet weerstaan aan de verlokking om ergens op een houten zitbank plaats te nemen. Deze keer was het in Gelderhorsten, bij het Kanaal van Beverlo. En dan volgt er onvermijdelijk een half uurtje gemijmer over alles en nog wat. Wat kan de wereld mooi zijn! Wat een heerlijk gevoel is het, te beseffen dat je lééft tussen al die pracht. Floep! Een vis springt wel een twintigtal centimeter boven het kanaalwater uit. Die vindt dat dus ook.
Ik herinner me dat ik vanmorgen, toen ik vertrok, de krant uit de brievenbus gehaald heb. Die moet dus in mijn fietstas zitten. Even kijken.
Vijftien ‘overlevers’ van seksueel misbruik door kerkelijke waardigheidsbekleders gaan op bezoek bij de paus. Maar ze verwachten weinig, zeggen ze zelf. De Russen hebben nog maar eens een hevige nachtelijke aanval op Oekraïense doelen uitgevoerd. Een Vlaamse vrouw heeft via K I een kind gekregen. Het sperma kwam van een man met een genetische afwijking. Of het kind ook genetisch belast is, staat nog niet vast. O ja, de pipetten die bij die handeling gebruikt werden, waren niet gespoeld. En nee, de Belgische politie en ons leger hoeven niet meer met jeeps over landwegen de drones te volgen die over ons grondgebied zoemen. (Het lijkt toch echt wel een stripverhaal van Jommeke!) De Duitsers en de Fransen komen ons helpen.
Plons! Vlak bij me schiet de bek van een blauwe reiger als een bliksemschicht het water in. Als hij terug boven komt, spartelt er een zilveren vis in. Zou het diezelfde zijn die daarstraks zo brutaal boven de oppervlakte uit sprong?
Ik stap terug op mijn fiets. Negentien kilometer wijst mijn teller. Over een kleine drie kwartier ben ik weer thuis.
Chel Driesen