Het stond nog geen meter van de perceelgrens en was bijna drie meter hoog. ‘Dat duivenkot van onze 74-jarige buur moet weg’, vonden de eigenaars van een rijwoning langs de duivenkolonie. Duiven betekenen geuren en geluiden. Duiven droppen uitwerpselen op dak, ramen, tuin, terras, paadjes, tuinmeubelen en wasgoed. Het stond allemaal op een zelfgemaakt filmpje op een USB-stick dat de buren samen met een proces-verbaal van een deurwaarder toonden aan de rechtbank van Gent. Beelden liegen niet, erkende de rechtbank, maar de duivenmelker van zijn kant toonde een foto van het duivenkot met afgebladderde lakverf. Toen al was de duivenliefhebber 45 à 50 jaar. Hij speelde al sinds 1969 met de duiven en daarvoor speelde zijn vader al vanaf 1912. Op dezelfde plaats. Van een bouwmisdrijf omwille van een illegaal duivenkot kon dus geen sprake zijn.
Duivensport is niet verboden en geuren en geluiden horen nu eenmaal bij duiven, voegde de rechtbank eraan toe. De uitwerpselen dan. Ze zorgen niet voor blijvende schade, maar wel voor vervuiling, met alle gepoets van dien. De buren leden dus onmiskenbaar schade, maar moest het duivenhok er daarom aan geloven? Eigenlijk, aldus de rechtbank, vragen de buren geen herstel van schade maar maatregelen om schade in de toekomst te vermijden. Zo ver wilde de rechtbank niet gaan. Het ging ten slotte maar om enkele tientallen duiven en de duiven waren eerst. Al van voor 1969 dus. Er was hinder, maar niet meer dan wat buren van elkaar moeten kunnen verdragen.
Jan BOULY
(De auteur is advocaat)