Die vraag moest de correctionele rechtbank van Tongeren beantwoorden omdat een dame trachtte te profiteren van een fout van haar bank. Zij had daar cash 10 biljetten van 50 euro (500 euro dus) gestort. Per abuis noteerde de bankbediende een storting van 110 biljetten van 50 euro of 5.500 euro. Vijfduizend te veel dus.
Toen de bankbediende later die dag het kastekort ontdekte, belde zij de dame. Zij erkende onmiddellijk de vergissing en stemde in met de schrapping van de 5.000 euro op haar rekening. Opgelucht deed de bankbediende nog diezelfde avond de
herstelboeking, omdat de dame ’s anderendaags toch zou komen aftekenen voor de rechtzetting.
Helaas, de dame stuurde haar kat en gaf niet thuis toen de bank haar telefonisch trachtte te bereiken. Klap op de vuurpijl: de dame eiste dat de bank de herstelboeking ongedaan maakte en ook 5.000 euro terugbetaalde plus een schadevergoeding van 500 euro.
De bank blies de tegenaanval en legde strafklacht neer, zodat de dame zich samen met haar partner moest verantwoorden voor de correctionele rechtbank wegens
poging tot oplichting en
gebruik van valse stukken. De rechtbank twijfelde er niet aan dat het stortingsborderel in verband met de 110 bankbiljetten foutief was en geloofde niet dat de bank zomaar 5.000 euro zou stelen van haar klanten. De dame en haar partner spraken elkaar trouwens tegen. De dame had het over 5.000 euro, cash overhandigd aan de bank. Haar partner sprak van geld dat nog in de bankkluis van de dame zat.
Voor de rechtbank stond het vast: de dame en haar partner hadden van de vergissing van de bank gebruik gemaakt om 5.000 euro op te strijken. Toch sprak de rechtbank hen vrij. De dame had niets te maken met de vergissing in het stortingsborderel en het is niet omdat een document fout is dat het ook vals is. Het enige dat de dame en haar partner kon worden verweten was dat zij munt sloegen uit de vergissing van de bank. Een misdrijf hadden zij echter niet gepleegd.
Jan BOULY(De auteur is advocaat)