Terwijl in de regio tal van volkscafeetje onherroepelijk dicht gingen, opende ’t Kamps Cafeke. Tegen de stroom inroeien heet dat. Het bleek in hartje Kamp een schot in de roos. Stelselmatig groeide het aantal klanten . “Het Kamps Cafeke met Eric en Reke”, het zou een mooie slogan voor de zaak kunnen zijn. Gezelligheid is er troef. Het krioelt er van de toogfilosofen die er allemaal de kans krijgen om er hun kijk op de wereld en omgeving te geven. Een grap is nooit ver weg. Lachen is een belangrijke opdracht voor wie er de deur binnen stapt. Op een rustig moment zijn Eric en Reke een luisterend oor voor de praatgrage tooghanger die zijn zegje wil doen. Aan gespreksonderwerpen is er geen gebrek. Geen enkel wereldprobleem is er veilig. Een mocht de vlam in de pan slaan tijdens een verhitte discussie, dan staat pompier Eric klaar om het brandje te blussen. Men zou haast vergeten dat er ook tijd is om een fris getapte pint te drinken. Een warm drankje is er warm aanbevolen. De grote troef van ’t Kamps Cafeke is dat men er in alle eenvoud ontspannen kan vertoeven om kennissen en vrienden te ontmoeten. Een lokaal café is een belangrijke schakel in het sociaal leven van een dorpsgemeenschap. ’t Kamps Cafeke vervult die rol met verve. Proficiat met het 10-jarig bestaan. Nu de zaak gegroeid is (lees uitbreiding) , is het elke klant zijn grootste wens dat er nog minstens een decennium extra komt. Restaurants krijgen een ster, van mij krijgt ’t Kamps Cafeke die ook voor gezelligheid, inzet en klantvriendelijkheid. Ter gelegenheid van dit jubileum ontvingen Eric en Reke met stijl hun klanten in de zaal van muziekvereniging Orbis. Naast de drankjes kon iedereen genieten van een warm breugeliaans buffet en lag er voor iedereen een attentie klaar. Zelf kunnen ze nu ook nog een bloemenwinkel beginnen want het aantal ruikers en bloemstukken dat ze ontvingen was niet te tellen. Cafébaas Eric zorgde voor een beklijvend moment door één minuut stilte te vragen voor de overleden klanten. (Martin Vanierschot)