Dit is het verhaal van Bibi Sakina Haidari. Geboren op 21 maart 1983. Afkomstig uit Wardak, Afghanistan. Opleiding/beroep: huisvrouw. Hobby's: koken, breien."Ik ben de vrouw van Mohammed en de mama van vier kinderen: drie zonen – Radin (4), Abdulfazel (13) en Mohsin (16) – en een dochter, Mashad (14). We woonden in Wardak, een provincie ten westen van Kabul, waar we net als hier vier seizoenen kenden. We leefden in bergachtig gebied, met veel sneeuw in de winter en veel groen in de zomer. Typisch voor onze streek is een bepaalde soort appel. Er werken heel veel mensen in de appelteelt.
"Ik was heel gelukkig met mijn leven als huisvrouw, we hadden het goed samen. We woonden in een dorp, vlakbij mijn ouders. We hadden een goede band met hen, we zagen elkaar vaak. De kinderen gingen naar de plaatselijke school, ik was altijd druk in de weer met hen. Ik vond het heerlijk om samen te komen met de hele familie en voor iedereen te koken: typisch Afghaanse gerechten zoals bolani en manto, en cake. Iedereen liet het zich altijd smaken… Ik hou dan ook enorm van koken, en daarnaast brei ik graag. Dat doe ik hier nog steeds. Ik maakte hier al een aantal spulletjes voor mijn kinderen.
(Toont fier mooie en kleurrijke sjaals, mutsen en truien).
"Een van de grootste problemen in Afghanistan is de aanwezigheid van de Taliban. Mijn man had een eigen bedrijf: hij had een vrachtwagen en samen met zijn neef vervoerde hij bagage van Kabul naar het noorden van Afghanistan. Hij leerde Engels zodat hij ook voor buitenlandse organisaties kon werken. De Taliban tolereren dat niet: iedereen die met of voor buitenlanders werkt, krijgt één waarschuwing. Daarna is voor hen de discussie over. Wie niet luistert, wordt vermoord. Mijn man en zijn neef kregen ook een verwittiging, maar het is in Afghanistan niet gemakkelijk om werk te vinden en zonder werk kun je niet voor je gezin zorgen… De neef van mijn man werd meegenomen door de taliban en vermoord. Onthoofd...
"We hadden dus geen keuze: we moesten vluchten uit Afghanistan, want het was een kwestie van tijd voor ze mijn man ook zouden oppakken… We trokken eerst naar Iran. Dat was echt een vreselijke tocht, vijftien dagen hebben we er over gedaan. We deden een stuk met de wagen en daarna zijn we heel lang te voet verder getrokken. Van Iran gingen we naar Turkije, ook een zware grens om over te steken en opnieuw twaalf uur lang stappen. Voor gezinnen met kinderen is het onderweg erg moeilijk. Kinderen worden moe, kunnen niet meer stappen… maar je kunt niet én de kinderen, én de bagage dragen, dat is gewoon onmogelijk. Gelukkig kwamen we onderweg verschillende mensen tegen, waarmee we de tocht samen verder konden zetten. Op een bepaald moment waren we met veertig, vijftig mensen, allemaal samen op de vlucht. De solidariteit in de groep was groot. De mensen zonder kinderen staken de gezinnen een handje toe: de kleintjes dragen, de bagage even overnemen. Zonder hun hulp hadden we het nooit gered tot aan de grens. Vluchten in zo’n diverse groep, samen met mensen die solidair waren, dat is onze redding geweest.
"De smokkelaars zijn verschrikkelijk. Ze maken je wijs dat de boottocht veilig is, dat ze bij je blijven en je zullen begeleiden. Maar dat zijn allemaal leugens. Zodra we de Turkse grens bereikten en aan de zee kwamen, zagen we het: die zogezegd veilige boten waren gewoon rubberboten. Rubberboten die hoop en al geschikt waren voor vijfentwintig mensen, maar ze duwden er gewoon zestig mensen in. Je ziet dat en je weet meteen dat die boot zo kan omslaan op zee. Ik wilde niet in die boot stappen met mijn kinderen, maar je hebt dan gewoon geen keuze meer. Ze houden een geweer tegen je hoofd en dwingen je om in te stappen. Ze duwen iedereen in de boot, met geweld. Er gewoon nog maar aan denken, doet de angst weer bovenkomen. Ik had op dat moment ook nog eens net mijn regels... Ik ben tenger gebouwd en was toen erg verzwakt. Tot twee keer toe ben ik flauwgevallen en volgens mijn man was ik telkens een tiental minuten buiten westen. De boottocht duurde tweeënhalf uur. Normaal ben je op een uur aan de overkant, maar door technische problemen duurde het langer. Het was vreselijk. Toen we eenmaal in Griekenland waren, werd de tocht gelukkig weer gemakkelijker. We namen de bus en de trein naar Macedonië en gingen dan onder politiebegeleiding naar Servië. Vervolgens reisden we door Kroatië, naar Oostenrijk en uiteindelijk Duitsland.
"In Duitsland raadden de smokkelaars ons aan om naar Engeland te gaan. Nú beseffen we wel dat ze dat enkel deden om nog meer geld aan ons te verdienen, maar toen niet. Een smokkelaar nam ons mee naar België en kocht een treinticket om vanuit Brussel naar Calais te reizen. Dat laatste lukte echter niet, want door de aanslagen in Parijs waren de grenzen gesloten. En de smokkelaar was natuurlijk niet meer te bereiken… Uiteindelijk hebben we hulp gezocht bij het Rode Kruis. Zo zijn we eerst in Waasmunster en later in Meise terechtgekomen. Het was goed daar, de mensen waren warm en aardig, alles was goed geregeld. Later zijn we naar het Parelstrand gekomen, we zijn hier nu een maand.
We hebben het goed hier, we zijn gelukkig. Onze kinderen zijn heel blij dat ze naar school kunnen, ze volgen les in Neerpelt en Overpelt. Adbulfazel gaat ‘s namiddags naar de technische school en dat vindt hij super. (Wanneer de kinderen thuiskomen, tonen ze fier wat ze allemaal gedaan hebben, terwijl mama blij toekijkt).
"We hebben geen idee hoe het nu verder moet. We zijn naar hier gekomen via Duitsland en hebben daar onze vingerafdrukken laten nemen. Omdat we nu hier asiel hebben aangevraagd, geldt de Dublin-verordening, waarmee wordt onderzocht welk land onze asielaanvraag moet beoordelen. We wachten nu op advies. Mijn moeder is ook gevlucht, samen met mijn vijf broers. Zij verblijven in Duitsland. Ik droom elke dag om weer samen met mijn mama te kunnen zijn.
(Huilt.) Ik ben haar enige dochter. Ik hoop dat we elkaar snel weer kunnen zien, en dat we ooit allemaal samen weer naar Afghanistan kunnen. En daar met de hele familie een groot feest houden…
"Op 20 maart begint het nieuwe jaar in onze godsdienst. Een moment om nieuwe kleren te kopen, er op je best uit te zien, en samen met je familie die bijzondere dag te vieren. Dit jaar zal het anders zijn...
Mijn mooiste herinnering? Dan denk ik terug aan de appeloogst in ons dorp, tijdens de herfst. Alle gezinnen, moeders en kinderen, gaan dan samen appels plukken. De oogst duurt tien tot vijftien dagen. Alle gezinnen helpen elkaar, iedereen helpt met de pluk. Wat een mooie tijd was dat..."
(Foto © Mariebouly Photography)