Dit is het verhaal van Mohammad Alam Ahmadzai. Geboren op 19 augustus 1980. Afkomstig uit Logar, Afghanistan. Studies/beroep: tolk voor het Amerikaanse leger. Hobby's: cricket.
“Logar, mijn geboortestreek in Afghanistan, staat bekend voor haar dure kristallen. Toch is het er onderontwikkeld – er is zelfs geen elektriciteit. De mensen leven er onder de Taliban en sinds enkele jaren nog erger: onder IS.
Vroeger werkte ik voor Omran, een multinationaal bouwbedrijf dat voornamelijk werkt voor het Afghaanse en het Amerikaanse leger en voor de politie. De hoofdzetel is gelegen in Kabul, maar ik werkte als veiligheidsofficier op verschillende locaties. Mijn vrouw en kinderen verhuisden steeds met me mee voor de veiligheid. Op een bepaald moment hebben Taliban-strijders het bedrijf overmeesterd en verschillende collega’s vermoord. Onmenselijk wat daar allemaal gebeurd is…
"Ik ben dan aan de slag gegaan als tolk voor het Amerikaanse leger. Ons kamp lag in Logar. We moesten vaak onze toevlucht zoeken in de bunkers voor de raketten die onze basis als doelwit hadden. Door mijn job bij het Amerikaanse leger werd ik nu ook persoonlijk geviseerd. Ze dreigden me te vermoorden als ik niet stopte met werken. Maar ik heb een familie waar ik voor moet zorgen. Mijn ouders, mijn vrouw, vijf kinderen. Dus ik bleef werken.
"Op een dag, onderweg naar de veiligheidscontroles waar ik werkte, vernam ik dat Taliban op weg was naar mijn team en dat ze in gevaar verkeerden. Ik sloeg alarm en waarschuwde het Amerikaanse leger. Ik vroeg hen om snel actie te ondernemen, maar ze wachtten. Ze lieten 45 kostbare minuten passeren en toen we bij mijn medewerkers aankwamen, vonden we ze dood terug. Ze waren één voor één koelbloedig neergeschoten en op een hoop gelegd. Onder hen: mijn jeugdvriend, met wie ik altijd samen in de klas zat. Eén van de andere jongens had een paar uur voordien nog zijn verloving gevierd…
(Mohammad barst in tranen uit, hij zondert zich even af. Wanneer hij bij ons terugkomt, excuseert hij zich voor zijn tranen en vertelt verder.)
"Ik ben zo teleurgesteld in het leger. Ze waren mijn werkgever en ze hielpen me niet. Het was geen prioriteit voor hen… Ik was verantwoordelijk voor de mensen die daar stierven en ik heb dat niet kunnen voorkomen.
Ik heb toen aan het leger gevraagd om me te beschermen of om ervoor te zorgen dat ik naar Amerika kon gaan om daar te werken. Maar ze konden niets voor me doen. Ik nam ontslag en vertrok, wetende dat ik zonder job mijn familie niet zou kunnen voorzien in onderhoud. Mijn moeder vroeg me te vluchten. Ze zei: “Geld is niet belangrijk. Jouw veiligheid is van belang, je moet voor je gezin kunnen zorgen. We willen je niet kwijt.” Mijn gezin kon ik niet meenemen, want mijn vrouw was hoogzwanger. Mijn ouders beloofden voor haar en voor onze kinderen te zorgen.
(Stilte)
"Mijn vader betaalde een smokkelaar om me te helpen en samen met een groep mannen vertrok ik vanuit Afghanistan. We wandelden uren en uren door Iran, Turkije, Bulgarije…
Sinds 5 januari ben ik in België. Ik woon hier op het Parelstrand samen met zes mannen: een Nigeriaan, een Congolees, twee Syriërs en twee Afghanen. We leven samen als broers. We hebben respect voor elkaars cultuur en waarden. Ik voel dat Afghanen hier geen goede reputatie hebben, maar iedereen is anders. Het is net als de vingers van je hand: je hebt aan elke hand vijf vingers en geen enkele vinger is identiek. Dat geldt ook voor elk volk.
"Tien dagen geleden, net toen ik aan het voetballen was hier op het Parelstrand, kreeg ik telefoon van mijn vader. Hij vertelde me dat mijn vrouw bevallen was van een tweeling, twee jongetjes: Mustafa en Harun. Ik was in shock en ongerust… Ik wist zelfs niet dat we een tweeling verwachtten. Maar de baby’s zijn gezond en dat is nu het belangrijkste. Mijn vader was bij hen in het ziekenhuis – hij koos ook hun namen. Ik heb mijn zoontjes nog niet kunnen zien… Wat ik nu wil, is mijn gezin veilig hier krijgen. We hebben genoeg problemen gekend en het leven is kort. Geen spanningen of bedreigingen meer, maar veiligheid voor mijn gezin; dat is mijn grootste wens.”
(
Foto © MarieBouly Photograph)