"Het is een misvatting", zeg ik tegen mijn vrouw. "Een wijdverspreid misverstand. Dat oudere mensen door hun leeftijd langzaam stappen. Dat het met de jaren allemaal wat trager gaat. Zeker bij mensen die alleen zijn."
We zitten aan de enige tafel van het gezellige koffiehuis waar je rechtstreeks op de straat ziet. De andere mensen in de zaak moeten langs onze hoofden proberen te kijken, vooraleer ze een glimp van buiten opvangen. Het is een tafel waarvoor gevochten wordt. Op straat zien we de man langzaam stappen.
"Ik ken hem via zijn vrouw”, vervolg ik. “Door het vrijwilligerswerk dat ze deed. Hij is nu een paar jaar weduwnaar. Ik herinner me dat ze vertelde dat haar man ziek was. Vrij ernstig. Toch is zijn vrouw nog eerder gegaan. En hij is goed hersteld. Je ziet hem nu dikwijls ergens alleen een koffie drinken."
"Het is niet hun leeftijd. Of hun fysieke toestand. Ze stappen langzaam om de tijd te vertragen. Met elke stap die ze buiten zetten, moeten ze binnen niet voor de tv zitten. Daarom bewegen ze zich, misschien onbewust, traag voort. Ik begrijp het wel. Ik zou mijn pas ook inhouden. Zeker tijdens de donkere wintermaanden, als je om vijf uur de afstandsbediening naar de beeldbuis richt. Alsof je een knop indrukt om de dag af te sluiten."
We zien de man net halt houden bij een kennis, vooraleer hij uit het zicht verdwijnt. Terwijl ik bij een lang durende straatbabbel nadenk over wat er nog te doen valt, en al eens op mijn telefoon durf kijken alsof er een bericht binnenkomt, maar eigenlijk is dat om te zien hoe laat het is, neemt hij er zijn tijd voor. Met de handen op de rug. En maakt hij geen aanstalten om er een smartphone erbij te nemen. Slim.
Rudi Lavreysen