Het blijft één van de gekste zaken die we ooit tegenkwamen. Het speelde zich af tijdens een lang weekend in Amsterdam. We waren met vrienden al de hele dag op pad en op het Museumplein besloten we een drankgelegenheid binnen te gaan. Voor een koffie en een dringend bezoek aan het kleinste kamertje, dat zich beneden bevond. Daar zagen we iets dat onze mond letterlijk deed openvallen. De deuren van de toiletten waren transparant. Echt waar, je kon er zo doorheen kijken. In Amsterdam kom je natuurlijk wat tegen, maar dit. Gezien de hoogdringendheid besloten we het toch maar even te testen. Bij het binnengaan zorgde een sensor of een mechanisme ervoor dat je aan de buitenzijde niet langer door de deur kon kijken. Iets met een folie of zo. Maar aan de binnenkant zie je dat niet. Ik heb echt nog nooit zo snel, hoe zal ik zeggen, het nodige gedaan. Het koud zweet brak me uit, toen ik daar zat. Voor alle zekerheid heb ik nog even gezwaaid naar een man die zijn handen stond te wassen, maar gelukkig zag hij me niet. Terug boven gekomen, hadden we bij ons gezelschap natuurlijk wat te vertellen.
Eenmaal buiten, nog altijd wat nagniffelend, moesten we de stadskaart bovenhalen om onze volgende bestemming te zoeken. Een man passeerde op de fiets en sprak ons aan: “Can I help you?”, vroeg hij. Ik antwoordde meteen “Yes, we are looking for…”. Maar toen zag ik het maffe daarvan in. “Wij spreken ook Nederlands”, vervolgde iemand uit ons gezelschap. “We komen uit België”. “Ooh, sorry”, zei de man. “Met al die toeristen zijn we hier gewoon om altijd Engels te spreken. Je ziet het aan de buitenkant natuurlijk niet altijd”. Op de één of andere manier konden we de slappe lach maar net onderdrukken.
Rudi Lavreysen