Alvin en Jazmina zijn studenten uit Nicaragua.
Alvin combineerde in Nicaragua zijn laatste jaar aan de universiteit met een studentenjob. Hij houdt van voetbal.
Yazmina zat in haar laatste jaar aan de universiteit en combineerde haar studie eveneens met een studentenjob. Ze houdt van lezen.
Dit is hun verhaal, door Yazmina verteld in het Engels. Alvin spreekt enkel Spaans.
“Ik heb mijn hele leven in Nicaragua gewoond. Ik ben er geboren, het is mijn thuis. Ik hou van mijn land, maar alles is kapot nu. Onze president, Daniel Ortega, is een slechte man. Ik haat hem…
Het begon in april 2018. Voordien had ik een vreedzaam leven in Nicaragua. Het was niet allemaal perfect, maar het was goed. Veel mensen waren arm, en dat is nu alleen maar erger geworden.
Ik volgde mijn laatste jaar aan een publieke universiteit. In april 2018 besliste de president om bezuinigingen door te voeren in de sociale zekerheid. Een beslissing van de regering om zichzelf te verrijken, en een drama voor de bevolking. We waren zo kwaad. Hoe kon hij een heel land zo verwoesten? Het was het startschot voor protesten.
Veel universiteitsstudenten kwamen op straat voor een vreedzame betoging, ook wij liepen mee. Wat onze president deed, was verkeerd. Hij denkt niet aan de arme mensen in zijn land, enkel aan zijn eigen familie.
De protesten liepen uit de hand. Het leger kwam tussen en begon op de mensen te schieten. Veel studenten werden opgesloten, zonder met iemand te kunnen praten. Je hebt geen rechten en de omstandigheden in de gevangenis zijn verschrikkelijk.
Omdat we meeliepen in de manifestaties, was ons leven ook in gevaar.
De regering heeft alle tv-zenders verboden, behalve de zenders die door de overheid gecontroleerd worden. Het instituut voor de mensenrechten is gesloten. Er is geen gerechtigheid. Geen oppositie. En iedereen is bang. Hooggeplaatste politici die niet akkoord gingen met de regering zijn verdwenen of gevlucht naar naburige landen. Meer dan tweeduizend mensen zijn verdwenen, waarschijnlijk dood. Ik heb veel mensen doodgeschoten zien worden. Ik krijg die beelden maar niet uit mijn hoofd…
Stilaan beseften we dat we in groot gevaar verkeerden. Thuisblijven was niet veilig meer, dus we vluchtten voor een maand naar een andere stad en daarna hebben we vliegtuigtickets geboekt. Zenuwslopend was het, toen we door de beveiliging op de luchthaven moesten. We hebben alle informatie op onze telefoons verwijderd, want alles wordt gecontroleerd: je Facebook, je vrienden … Gelukkig hebben we het gehaald."
De telefoon gaat. Jazmina toont ons het scherm: er staat ‘Mami’. Ze zegt aan haar moeder dat ze zal terugbellen. "Met onze families gaat het redelijk goed. Maar we missen hen verschrikkelijk!
Alvin hoopt dat hij hier verder kan studeren en zijn diploma kan behalen. Zijn droom is te kunnen werken en te kunnen ijveren voor gerechtigheid voor de mensen in Nicaragua, en voor alle mensen.
Ik zou ook graag hier mijn diploma behalen. Ik vind België een goed land en ik hoop op een mooie toekomst hier, samen met Alvin. Maar ik wil ook mijn familie terugzien. Ik mis hen zo hard…”
(Foto Marie Bouly)