Natuurpunt heeft vandaag een plan gelanceerd voor
de gelijktijdige ontwikkeling van natuur en werkgelegenheid in het industriepark Kristalpark III in Lommel. Het plan voorziet een combinatie van de aankomende industriële activiteiten met kernen natuurgebied en natuurlijke verbindingszones. Met het plan wil de natuurvereniging het leefgebied van Europees beschermde dieren als de gladde slang en de boomleeuwerik, bedreigde dagvlinders als heivlinder en kommavlinder en de
lentevuurspin - de mooiste en zeldzaamste spin van Vlaanderen - veilig stellen. Eerder meldden we al dat er op het terrein van Kristalpark III een grote populatie van deze lentevuurspin
(foto) na 113 jaar afwezigheid in Vlaanderen herontdekt werd.
Natuurpunt stelt voor om het
bedrijventerrein uit te breiden naar aanpalende percelen die ecologisch minder waardevol zijn. Dat heeft ook te maken met het feit dat pogingen om een aantal lentevuurspinnetjes elders uit te zetten in een op het eerste gezicht gelijkaardig gebied, op niets zijn uitgelopen.
“In ons voorstel gaat de ontwikkeling van de industriële activiteiten in Kristalpark III hand in hand met bescherming van Europees beschermde natuur,” zegt Wouter Vanreusel van Natuurpunt. “In Lommel dient zich een unieke kans aan om een groen bedrijventerrein te ontwikkelen dat echt een meerwaarde biedt voor natuurbescherming.”
Natuurpunt ontdekte dat er juridische onduidelijkheid heerst bij het invullen van de nieuwe percelen. De terreinen vormen het leefgebied van Europees bedreigde diersoorten, maar het milieueffectenrapport (MER) uit 2006 dat werd opgesteld bij de herbestemming van de terreinen als industriegebied, vertoont hiaten.
Zo werd het lokale, regionale en zelfs internationale natuurbelang van dit gebied niet in beeld gebracht. "Een ondoordachte inname van het gehele terrein zou alleen maar leiden tot grote rechtsonzekerheid over de vergunbaarheid van de bedrijven die er zich willen vestigen," zegt Vanreusel. "Het nieuwe plan van Natuurpunt voorziet in het behoud van de wetenschappelijk vastgestelde minimale oppervlakte leefgebied die nodig is voor het overleven van de bedreigde en beschermde soorten. Een deel van die oppervlakte kan voorzien worden in de nabije omgeving. Maar een aantal soorten kan enkel op het bedrijventerrein zelf overleven. De oppervlakte industriegebied die hierdoor niet kan worden ingenomen, kan beter in minder ecologisch waardevolle zones ingepland worden. Door het voortbestaan van de bedreigde soorten na te streven, biedt het plan rechtszekerheid voor de bedrijven die zich in het gebied wensen te vestigen." In de haven van Antwerpen heeft een samenwerking in die zin tussen natuurverenigingen, overheden en industrie gunstige gevolgen gehad.
“We nodigen de gemeente Lommel, de eigenaar van de gronden LRM, ANB en de Vlaamse overheid uit om deze oplossing te ondersteunen,” besluit Wouter Vanreusel. “Dat is in het belang van de economie, de werkgelegenheid en de natuur in de groenste provincie van Vlaanderen. We vragen ook uitdrukkelijk om dit te kaderen in een duurzame toekomstvisie voor de open ruimte en de natuurverbindingen in de gemeente”.
Een reactie van de gemeente is nog niet voorhanden.
(Foto Pieter Cox)