Lommels auteur Danny Vandenberk blijft productief en lanceert met '
Mandus, in ’s helsnaam' zijn vierde boek sinds 2018. Hoog tijd dus voor een interview!
Is 'Mandus' opnieuw een boek met cursiefjes, afgewisseld met poëzie, zoals 'Eitjes in de bedpan'?Nee, het is een soms lugubere roman met veel humor, woordspelingen en taalvondsten. Eén verhaal dus, maar wel op mijn gekende en vrij typische manier.
Hoe schrijf je een roman? Goh, ik ben waarschijnlijk ’s werelds slechtste raadgever en heb vaak het gevoel dat ik een atypische schrijver ben. Ik ben uitgegaan van het personage Mandus, een donker en tegelijk kleurrijk figuur. Alles eromheen is er gaandeweg gekomen. Al schrijvend. Planning en voorbereiding dwarsboomt vaak de inspiratie. Eens ik aan het schrijven ben, neemt mijn “andere ik” de bovenhand en is er geen houden meer aan. Elke schrijver heeft zijn eigen werkwijze, denk ik.
Wat voor iemand is Mandus dan?In mijn boek is iedereen vrij mondig en goed ter taal, maar Mandus is superieur. Hij houdt van taalspelletjes en mental games. Hij is een geboren manipulator. Een misantroop die blijk geeft van empathische vermogens, een man die vaak worstelt met zichzelf maar zich toch steeds staande weet te houden. Een impulsieve twijfelaar en een bikkelhard zachtgekookt eitje.
Kan je schetsen waar het boek over gaat?Mandus wordt geboren als Wendy en beleeft een traumatische jeugd. Hij wordt gepest op school en op zijn dertiende komen zijn ouders om na een auto-ongeval. Vijf jaar later laat hij zijn naam wijzigen naar Mandus. Hij groeit uit tot een knappe, gespierde kerel en heeft succes bij de vrouwen. Mandus maakt furore als high class gigolo en op een dag erft hij een fortuin van een van zijn beste klanten. Mandus heeft tal van persoonlijkheidsstoornissen: narcisme, sociale vermijding, nood aan controle, dwangmatigheid, diverse fobieën, schizofrenie en paranoia. Samen zorgen ze voor een mogelijk explosieve cocktail. Rode draad in het verhaal is Emmelien, zijn grote liefde. Met haar beleeft hij de mooiste jaren uit zijn leven, zeker na de geboorte van hun kindje. Aan al dat geluk komt een abrupt en dramatisch einde. Mandus houdt er een enorm schuldgevoel aan over. Het einde ga ik uiteraard niet verklappen, maar ik beleefde enorm veel plezier aan het componeren van dit manuscript en ik ben er rotsvast van overtuigd dat dat zal afstralen op de lezer.
Tot slot: de cover is van een andere (uitgeweken) Lommelaar?Klopt. Van Jan Sleurs, mijn vroegere turnleraar die ondertussen in Polen woont en uitgegroeid is tot kunstenaar. We hebben allebei een sterk Lommel-gevoel. Een turntalent was ik allerminst, maar hij wist mij op een of ander manier wel altijd te motiveren om mijn grenzen te verleggen. Ik leerde hem opnieuw kennen via de social media. Hij las mijn manuscript en wist op zijn manier Mandus een gezicht te geven, precies zoals ik het me zelf had voorgesteld.