Het is weer tijd voor ons maandelijkse gesprek met profwielrenner
Jordi Meeus, en we treffen hem deze keer gewoon thuis! Na een
slopende maand maart was het tijd om even te recupereren en waar kan je dat beter doen als thuis? Maar rusten voor een sportman is uiteraard wel iets anders dan voor de doorsnee-mens, want er moet nog steeds iedere dag duchtig getraind worden om het vormpeil in orde te houden.
Jordi, hoe is de vorige maand voor jou verlopen?Maart was voorzeker een erg pittige maand voor mij, met héél wat wedstrijden, een valpartij, klauteren in het hooggebergte, maar ook met enkele mooie resultaten, zowel voor mezelf als voor de ploeg.
Om te beginnen bij Parijs-Nice, je eerste rittenkoers bij de profs: hoe kijk je daar op terug?Met gemengde gevoelens, maar vooral toch ook met trots. Want de eerste rit zat ik al direct mee vooraan bij de finish en kon ik een goeie lead-out doen voor ploegmaat Ackerman. Maar dan was het ‘op’ voor mij, maar werd ik toch nog 14de. Jammer genoeg kon ook Ackerman het niet afmaken toen voor onze ploeg. Maar eind goed, al goed, op het einde konden we dan toch de eindrangschikking binnenhalen met Maximilian (Schachmann). In de tweede rit ben ik dan ook wel gevallen, de dag erop gelukkig gevolgd door een tijdrit waarin ik een ‘relatieve’ rustdag kende. En de laatste dagen, daar heb ik in het hooggebergte toch nog wel wat last gehad van mijn val, zodat ik niet voluit kon gaan, maar toch telkens met de ‘bus’ tijdig binnen was.
En dan, amper een drietal dagen nadien was er Nokere Koerse…Ja… Dat kwam erg snel! En eigenlijk zou ik die zelfs niet gereden hebben, maar wegens ziekte van een ploegmaat werd ik op dinsdag opgebeld om te zeggen dat ik de dag nadien toch moest starten… Maar op zich geen probleem, want ik voelde me goed. Ook tijdens de koers zelf had ik de ‘goede benen’, en zat ik ook mee in de absolute finale, om uiteindelijk vierde te worden, toch mooi om op terug te kijken.
Maar… er zat toch meer in denk ik die dag?Ja, uiteraard wél. Mits er een betere samenwerking was geweest in de achtervolging op de latere winnaar had ik voor die eerste plaats kunnen spurten. Maar het waren bijna allemaal enkelingen in dat groepje, en ook de weersomstandigheden zaten tegen. Maar goed, ik hou er toch een goed gevoel aan over met vertrouwen voor de toekomst.
En dan zou je de Handzame Classic gereden hebben vertelde je vorige maand…‘Zou’ is het juiste woord. Maar ik reed die inderdaad dus niet, om toch iets meer recuperatie te kunnen inbouwen.
En tot slot van die drukke maand was er dan de ‘Ronde van Catalonië’…Dat was nog een erg zware brok. En op één rit na eigenlijk géén ‘spek voor mijn bek’, want de hoogteverschillen waren enorm. Slechts op één rit heb ik mij kunnen tonen en mijn job als helper ten volle kunnen uitspelen, en zo voor een stuk ook Peter (Sagan) aan zijn overwinning kunnen helpen. Maar al bij al was het toch een goede leerschool om eens te testen hoe ver ik in het échte hooggebergte meekon…
En dan eens kijken naar deze maand: wat staat er in april op de agenda?Volgende week is dat de Brabantse Pijl, toch wel een wedstrijd die me moet liggen, maar wie er als speerpunt vanuit onze ploeg zal worden uitgespeeld, dat staat nog niet vast. En veertien dagen later start ik dan in de Ronde van Romandië, ook een serieuze uitdaging!
In maart heeft jouw team Bora ook een tweetal wedstrijden gemist wegens coronagevallen (E3 Harelbeke en Gent Wevelgem). Hoe worden jullie eigenlijk getest?Het is niet zo dat we iedere wek automatisch getest worden of zo. Maar het gebeurt wel eens dat we twee à drie keer op één week getest worden! Dat komt omdat we volgens de UCI-normen telkens 6 én 3 dagen vóór iedere wedstrijd een test moeten ondergaan, en ook bij iedere verplaatsing met het vliegtuig. Maar voor je eigen veiligheid, en die van de anderen, neem je dat er wel bij…
Nog véél succes alweer, en tot begin mei Jordi! (
Foto’s Bettini Photo)