Kennen jullie dat? Je moet ergens naartoe, een feestje bijvoorbeeld, en er moet heel wat in de auto. Een jas, een vest, een cadeau en wat weet ik allemaal. Dan kom je bij de auto en moet je de sleutels nog zien te vinden. Dat had ik dus aan de hand. Na veel vijven en zessen had ik alles ingeladen en kon ik vertrekken. Op het einde van de straat moest ik stoppen om enkele wagens door te laten. Een bestuurder aan de overkant begon luid te claxonneren en wees naar boven. Ik wist totaal niet wat hij bedoelde. Ik dacht, er komt iets uit de hemel gevallen, maar ik kon niets ontwaren. Ik stak mijn handen in de lucht en gebaarde van ‘wat is er aan de hand?’ En plots schoot het me te binnen. Bij het zoeken naar mijn sleutels had ik het cadeau op het dak van de auto gezet. Het was een pakket met enkele flesjes lokaal bier en een bijhorend glas. Een ‘rondje’, zo werd het gedoopt door de brouwer. Na 200 honderd meter rijden stond het nog altijd mooi op de auto. Wat een geluk. Ik heb het maar snel ingeladen en mijn duim naar de chauffeur opgestoken. Even dacht ik om hem nog een flesje uit het ‘rondje’ te geven, maar dat zou voor de jarige wellicht raar overkomen.
Onderweg naar het feest schoot me iets te binnen. Lang geleden heb ik ’s morgens iemand zien vertrekken met zijn boterhammendoos op het dak van de auto. “Die gaat honger lijden vandaag”, dacht ik toen. “Dat gaat mij nooit overkomen”. Zo zie je maar. Wel moet ik de brouwer nog contacteren. Ik babbel er wel eens mee. Echt een sympathieke man. Dat zijn bier zomaar blijft staan op een rijdende auto. Stevig biertje dus.
Rudi Lavreysen