“Je leek er echt op. Niet een beetje. Iedereen zei het.” Het was een vriend die me dit vertelde net voor de film begon. Hij had in Bokrijk een foto gezien en de man op de foto leek als twee druppels water op mij. Of toch ten minste anderhalve. Het bleek om Felix Timmermans te gaan, de schrijver uit Lier die een paar keer naast de Nobelprijs voor Literatuur had gegrepen.
“Zijn foto hing in een herberg uit Lier die ze hebben nagebouwd”, vertelde hij nog. “In Sint-Gummarus is de naam van de herberg.”
We hebben er kort over gelachen, maar omdat de lichten in de bioscoop werden gedoofd, moesten we het gesprek over mijn lookalike staken. Na de film, tijdens de noodzakelijke nabespreking, kwamen we erop terug. We vonden niet meteen de foto die hij in Bokrijk had gezien. Ik zag een beetje een gelijkenis, maar zelf zie je dat natuurlijk niet zo goed.
Het gebeurt wel eens dat bij het thuiskomen het licht uitgaat, wegens te laat en te moe, maar nu ging er zowaar een licht branden. “Wacht even. Mijn grootmoeder heette toch Timmermans? De grootmoeder langs vaderszijde die ik nooit heb gekend. Voor hetzelfde geld ben ik echt familie van Felix Timmermans. Dan is het niet toevallig, dat ik op de man lijk.”
Tijdens een nieuwe zoektocht naar fotomateriaal kwam ik een beeld tegen waarbij Felix vrolijk aan het pootjebaden is met, vermoed ik, zijn kleinzoon of kleindochter. De broekspijpen omhoog gerold, zoals mijn vader ook placht te doen, en de pijp in de mond. Net zoals vader. Zijn broek te hoog omhoog getrokken. Net zoals vader en zoals ik het zelf ook wel eens doe, zo wordt mij verteld.
Tja, de gelijkenis, het schrijverschap, de familienaam. Zou ik echt verwant kunnen zijn met Felix Timmermans?
(wordt vervolgd)
Rudi Lavreysen